veei de verhouding der rangen betreft. De uitzichten op bevorde ring hebben daardoor eene noodige verbetering ondergaan. In de toekomstige behoefte zal, krachtens 's Konings besluit van 8 Sep tember j.l.No. 28, voorzien kunnen worden door opleiding, voor rekening van het departement van koloniën, aan 's rijks veeartsenij school te Utrecht. In verband met het streven naar inkrimping der militaire macht in de buitenbezittingen, met name in de Molukken, op Borneo en in 't Palembangschezal de mogelijkheid eener opheffing van mili taire posten aldaar voortaan telken jare het onderwerp uitmaken van een overleg met de gewestelijke autoriteiten. Een der nog op te heffen posten in de Lampongsche districten is in November 1S69 voorloopig nog voor één jaar behouden, in afwachting dat aldaar een genoegzaam geoefend detachement politie dienaren kan worden bescheiden, waartoe onlangs de vereischte mach tiging is verleend. Intusschen is de bezetting thans getrokken uit het garnizoen der hoofdplaats, zoodat de voor het gewest bepaalde militaire formatie reeds tot het gewenschte minimum is terugge bracht. De intrekking van de militaire bezettingen op Timor, blijkens het vorig verslag ouder ultimo 1868 mede nog niet geheel tot stand gekomen, heeft sedert haar beslag erlangd. Aanvulling en verliezen. Gedurende 1869 werden bij het In disch leger in de sterkte gebracht, als zijnde in Nederland benoemd, 35 officieren (waarvan 17 bij de infanterie), terwijl in Indië werden bevorderd 49 aspiranten van de onderofffciersschool te Meester-Cor- nelis en 1 van de artillerieschool te Weltevreden. Detacheeringen van officieren van het Nederlandsche bij het Indische leger hebben een paar bijzondere gevallen uitgezonderd sedert 1868 niet plaats gehad. Intusschen is in Juni j.l. met den gouverneur-ge neraal in briefwisseling getreden nopens het weder openstellen der gelegenheid op beperkte schaal, en het wederkeerig detacheeren van eenige Indische subalterne officieren bij het leger hier te lande. Ter aanvulling zooveel mogelijk van het incompleet bij den ge neeskundigen dienst zijn sedert het jongste verslag een zestal bur- ger-geneesheeren (waaronder vier vreemdelingen), tot officier van ge zondheid benoemd. Over het nader beramen van maatregelen, om tot eene meer duurzame voorziening in de behoefte aan militair geneeskundig personeel te geraken, is een overleg hangende met het Indisch bestuur. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 37