389 te doen in dienst treden, door, het voorbeeld van Pruisen volgende, te bepalen, dat ieder, na b. v. 12-jarigen dienst, waarvan zes jaren als onderofficier, aanspraak zou mogen maken op eene burgerlijke betrekking, en wel op de ondergeschikte plaatsen bij de politie, de gevangenissen, het postwezen, de pakhuizen enz., natuurlijk met behoud van hun recht op pensioen, dan meenen wij dat het niet onmogelijk zou zijnbij verdere opleiding uit hen te trekkenniet alleen goede korporaals en onderofficierenmaar denkelijk ook vrij geschikte subalterne officiereu, Die verdere opleiding, wij bepalen ons hier voorloopig tot die voor korporaals en onderofficieren, zoowel van Europeesche als van inland- sche landaard zou echter op eene geheel andere wijze moeten geschieden, dan tot dus ver plaats vond. Dienaangaande zouden wij wenschen te werk te gaanzoo als wij zulks tijdens onze eerste schreden op de militaire loopbaan zagen gebeuren bij het wapen der artillerie in Nederland. Daar bestonden regimentsscholen. Op elke school werd het onderwijs gegeven door een kapitein, geadsisteerd door een of twee luitenants en het noodige aantal onderofficieren. Die allen hadden zich alleen bezig te houden met hunne leerlingen, en waren vrij van de gewone diensten. Aan de meest geschikten der onder wijzers en leerlingen werden toegekend gratificatiën of prijzende laatste bestaande uit boekwerken, horloges, wapens enz. Aan het onderwijs werd deelgenomen door die kanonniers en korporaals der verschillende kompagniënwelke daartoe hun verlangen te kennen gaven, en daarvoor tevens door dienstijver en goed gedrag in aan merking kwamen. Ook dezen verrichtten geene andere diensten dan die betrekking hadden op het wetenschappelijke en militaire onder richt, van welk laatste de leiding almede aan de officieren-onder wijzers was overgelaten. Aan het lager onderwijs werden dagelijks gewijd vijf uren, gedurende welke werd onderwezen in het lezen, schrijven, rekenen tot en met de gewone en tiendeelige breuken en de leer der evenredigheden, de beginselen der nederlandsche taal en de kompagnies-administratie. De namiddag-uren waren bestemd voor theoriën en exercitiën. Iedere cursus duurde zes maanden. Nog herinneren wij ons met genoegen de degelijke korporaals en onderofficieren welke op die wijze gevormd werdenen den lust en ijver, welke zoowel door leerlingen als onderwijzers werden aan den dag gelegd. Waarom zou ook bij het Indisch leger niet op die wijze kunnen worden te werk gegaan? Volgens onze bescheiden meening levert zij het eenige middel tot het verkrijgen van een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 396