402 dit punt, dat ook het grootste aantal der kamerleden tegen eene gedeeltelijke herziening onzer strafwetgeving is, maar eene algeheele herziening noodzakelijk oordeelt, daarbij als hun gevoelen te kennen gevende, dat dit toch niet zoo moeielijk moet zijn, daar in den laatsteii tijd niet alleen in grootere, maar ook in kleinere staten, ja zelfs in Anhalt-Dessaueene geheele herziening der militaire strafrechtspleging tot stand is gekomen, terwijl in Nederland reeds in 1841 eene staatscommissie tot voorbereiding daarvan werkzaam was. Wij kunnen onze kameraden zeer aanbevelen om èn de hierboven aangehaalde stukken van den heer Godefroy, èn de laatst bedoelde kamerdebatten, handelende over de zaak in kwestie, eens na te lezen* Zij zijn werkelijk interessant, niet alleen omdat men er zeer veel goeds in vindt, maar ook om te doen zien, welk een vreemd denk beeld vele hooggeplaatste burgerleden der maatschappij nog van den inwendigen toestand van een leger hebben; van tijd tot tijd vindt men er ook zelfs zeer naïve zetten in, die men nog eens voor de tweede maal moet overlezenalvorens zijne oogen te gelooven zoo lazen wij onder anderen ook al in die kamerdebatten, dat bij de behandeling der zaak een der leden in het midden bracht, dat voor de berechting der militaire delicten de reohtscollegies (in Nederland civiele regtbanken, hier raden van justitie) even als dat in Neder]andsch-Indië en België plaats heeft, met eenige militaire leden versterkt konden worden. Het geval van oorlogstijd was eene uitzondering, en daarvoor konden dan afzonderlijke bepalingen gemaakt worden. Lieve hemel! die //geachte spreker van daar of daar," weet dus niet eens, dat wij hier in Indië óók krijgsraden hebben, maar is in de meening, dat de militairen hier terecht staan voor de raden van justitie; zeker weet die goede man dus ook niet eens, dat wij hier bij het leger dezelfde strafwetboeken hebben als in Nederland; er zijn misschien nog wel meer kamerleden die dit niet weten; wij weten het echter wel, ofschoon het aan velen onzer onbegrijpelijk voorkomtdoch hierop komen wij later terug. Of in België de militairen voor de burgerlijke rechtbanken terecht staan, weten wij niet; doch wij kunnen het moeielijk gelooven, te meer omdat wij gelezen hebben, dat in het begin van dit jaar aldaar een nieuw militair strafwetboek is aangenomen, waarin o. a. voor vele gevallen de doodstraf is afgeschaft en veranderd in gevangenis straf, en vele gevallen van gevangenisstraf veranderd zijn in plaatsing

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 409