405
eigene beschouwingendoor tusschenkomst der afdeelingskomman-
danten opzenden aan het departement van oorlog en er werd dan
te Batavia eene commissie benoemd van kundige officierenuit de
verschillende wapens en van verschilleude rangenzoo als er thans
zoo velen in het leger gevonden worden, die uit deze laatste bun
dels eeu concept militair wetboek zamenstellen, dan zoude naar
onze meening, wanneer deze arbeid geschikt werd ingericht, zoo
dat het overzicht niet al te moeielijk is, dit werk niet zoo onover
komelijk wezen.
Men geve aan de officieren den noodigen tijdopdat ieder met
zorg de hem opgedragen taak kan vervullen; men neme daartoe bij
voorbeeld den regenmousson, wanneer toch alle diensten zich hoofd
zakelijk bepalen tot kazernediensten men late dan maar gedu
rende een maand of drie bij de infanterie, instede dat de theoriën
gesurveilleerd worden door een kapitein met zes luitenantsdit doen
door één luitenant, en bij het uitrukken exerceere men dan maar
met 1/8 of 1/4 gedeelte der officieren; immers de anderen, dieniet
bij den dienst tegenwoordig zijn, houden zich bezig met een hoogst
belangrijk en hoogst nuttig werk, namelijk de algeheele verbetering
der militaire wetboeken, waarnaar reeds sedert zooveel jaren verlangd
wordt.
Ook bij de andere wapens zullen zeker, tot het bereiken van
zulk een doelde diensten der officieren tijdelijk wel eenigszins
verminderd kunnen worden.
Zoodanige regeling zou o. i. niet onuitvoerbaar zijn. Stuitte men
daarbij echter op te groote bezwaar, dan zouden in 8 of 10 der
grootste garnizoensplaatsencommissiën benoemd kunnen worden uit
de verschillende rangen tot het gezegde doelcommissiënwaartoe
zonder onderscheid van rang officieren worden gekozen met door
gezette studie ontwikkelde geestvermogensdie voor de hier bedoelde
taak het meest geschikt geacht worden.
Wanneer nu de arbeid dier commissiën in handen gesteld werd
van de hierboven reeds bedoelde eveneens samengestelde commissie
te Batavia, waaraan bovendiennog toegevoegd zouden kunnen worden
een of twee burgerleden van het hoog militair gerechtshof, zoude dan
niet na verloop van een jaar een doelmatige militaire strafwetgeving
voor hen ontworpen kunnen zijn?
De taak der burgerleden van het hoog militair gerechtshof in deze
commissie moet hoofdzakelijk zijn, om de leden uit een algemeen
rechtskundig oogpunt voor te lichtenten einde het militair wetboek,
