voor zooveel dit lean, eenigszins in overeenstemming te brengen met
de burgerlijke wetboeken.
Wij hebben hierboven gezegd, eene strafwetgeving voor het indische
leger, omdat naar onze meening er hier in Indië een geheel ander
wetboek moet bestaan dan in Nederland; immers, zal een wetboek
doelmatig zijn, dan moet het in overeenstemming wezen met de
toestand van land en volk; evenmin als een strafwetboek voor het
Indische leger geschikt zonde zijn voor het Nederlandsche, evenmin
heeft ook het omgekeerde plaats; de misdrijven zijn in hunne aan
leiding, aard en gevolgen hier anders dan in elders, de toepassing
der straffen moet dus ook geheel anders zijn; bovendien verschilt de
verhouding van het leger tot de burgermaatschappij hier geheel met
die in het moederland.
Dat er bovendien een geheel afzonderlijk strafwetboek voor inland-
sche militairen vereischt wordt, waarin èn de qualificatie der misdrij
ven èn de strafbedreiging in overeenstemming moeten zijn met hunne
zeden, gewoonten en ontwikkelingen dus geheel anders, dan in het
strafwetboek voor Europeanenligt o. i. voor de hand.
Onwillekeurig komt ons daarbij in de gedachte, die inlandsche
soldaat, die veroordeeld was tot afneming der cocarde voor een ze
keren tijd, en die haar, na expiratie van straftijd ze weder terug
ontvangende, bij gelegenheid eener zaturdagsche inspectie mankeer
de, en hiervoor disciplinair werd gestraft; al pruttelende aan zijne
kameraden vertelde hij daarop, dat hij hoopte, door den krijgsraad
maar weder spoedig gestraft te worden met de afneming er van
omdat hij ze dan niet behoefde te bewaren; of wel die andere in
landsche soldaatdie voor het plegen van een licht feit door den
krijgsraad veroordeeld werd tot zes maanden detentie, en die, toen
hem door den president gevraagd werd of hij ook hiertegen iets
had in te brengen, beleefd salueerde en zeide: «minta eerloosver
klaring djoega", omdat eenige dagen te voren een zijner kameraden
voor het plegen van een veel grooter misdrijf veroordeeld was tot
eerloosverklariug en vervallenverklaring van zijne militaire charge,
en dus tot verwijdering uit het leger.
Wij zouden nog meer dergelijke voorbeelden kunnen aanhalen.
Wat nu de toepassing van het recht betreftwillen wij voorloopig
alleen bespreken de rechtbanken, aan wie deze is opgedragen, name
lijk de krijgsraden.
De krijgsraden zijn samengesteld uit een hoofdofficier als presi-
406