til
Waarom niet aan eiken beschuldigde, die voor eenen krijgsraad
terecht staateen officier-verdediger toegevoegdevenals dit onder
anderen bij het Rransche leger geschiedt P De auditeur-militair zoude
dan teruggebracht worden zuiver tot zijne functie van officier van
justitie bij de militaire rechtbank, namelijk aanklager en vervolger
der militaire misdrijven.
Behalve al de hierboven genoemde functiën, is de auditeur boven
dien ook nog de voorlichter van den krijgsraad, art. 252, 300,
313, 330 en 396 R. L. geven dit duidelijk aan, doch is hij hiertoe
wel de bevoegde persoon
Afgescheiden van hetgeen wij hierboven reeds zeiden, omtrent het
tijdstip, waarop hij in die betrekking komt, en den korten tijd
dien hijin den regeldaarin doorbrengtwillen wij nog vluchtig
nagaan, zijne studiën in het militair recht, alvorens hij de academie
verlaat.
Aan onze hoogescholen wordt aan de studenten in de rechtsge
leerdheid zoowel het Romeinsch- als hedendaagsch recht onderwezen!
in den lateren tijd is hierbij ook nog gekomen het Mohammedaansch
recht; het bijwonen der colleges is echter voor de studenten geheel
vrijwillig; tot het hedendaagsch recht behoort ook het militair recht,
en dus ook hierin wordt college gehouden, echter alweder door
burger-professoren, die zeker groote rechtsgeleerden zijn, doch mis
schien gedurende hunne geheele loopbaan nimmer in de practijk iets
met het militair recht te maken hebben gehadterwijl bovendieu die
colleges gehouden worden voor een groot aantal studenten, waarvan
slechts een enkele er misschien in zijn leven iets mede te maken zal
krijgenimmers slechts een klein gedeelte hunner gaat later naar
Indiëen van dat kleine gedeelte is er maar weder een klein getal
dat gaat als rechterlijk ambtenaar, dus met het vooruitzicht om later,
voor eeneu korten tijd, eens auditeur-militair te worden; de anderen
gaan als gewoon advocaat, of komen in andere civiele betrekkingen.
Bovendien geven de studenten niet van te voren op, wat zij eigenlijk
van plan zijn na hunne promotie te worden, zoodat dus ook
voor dat kleine gedeelte volstrekt niet meer werk van het militair
recht gemaakt wordt, dan voor de anderen. Het ligt dus in den
aard der zaak, dat de studie van het militair recht aan de hooge
scholen eer eene bijzaak dan eene hoofdzaak ishet is natuurlijk
Wij laten liet hieromtrent volgende natuurlijk geheel voor rekening van den
schrijver.
Red,