41:2 dat men zich het meeste toelegt op, en het meeste werk maakt van die vakkenwaarmede men zich gedurende zijn geheele levenof althans verreweg het grootste gedeelte er van, moet bezig houden» waardoor men zijne maatschappelijke positie moet verbeteren, en waarin de meeste roem te behalen is. Het is waar, dat er enkele uitzonderingen zijn; zoo moet onder anderen professor Vreede indertijd aan de hoogeschool te Utrecht uitmuntende colleges gehouden hebben in het militair recht; doch veelal kan men die colleges zoo niet noemen. Nadat de studenten in de rechten 3 a 4 jaar na hun propaedeutisch examen de colleges hebben bijgewoondgeven zij zichwanneer zij zich hiertoe sterk gevoelenop voor het eind-examendat in drie deeleu verdeeld is, en afgelegd wordt voor de professoren van de faculteithet eerste gedeelte is het Romeinsch rechtdit is het voornaamste, en hij, die hier door komt, blijft maar zelden zitten voor zijn tweede gedeelte, het hedendaagsch recht; het examen, dat hierbij in het militair recht wordt afgelegdis in den regel niet zoo omvangrijk; er is zoo veel te vragen, strafrechtstrafvorderingwet boek van koophandel enz.en dus het militair recht maakt hiervan slechts een klein onderdeel uitwel is waar wordt aan die kandidaten die als hunne geboorteplaats opgegeven hebben de eene of andere plaats van Nederlandsch-Iudiëen dus van wie de professoren kun nen voorzien, dat zij mogelijk als rechterlijk ambtenaar naar Indië zullen gaanwel eens wat meer van het militair recht gevraagd, doch wanneer men bemerkt, dat hij hierin niet zoo heel sterk is, gaat men al spoedig tot wat anders over; immers hij is den eersten dag reeds door zijn Romeinsch recht gekomenen wie weetof hij wel ooit in zijn leven de toepassing van het militair recht noodig zal hebben. Het derde gedeelte is de promotie, die privaat geschiedt, dat wil zeggen, waarbij wel publiek mag tegenwoordig wezen, doch waarbij alleen de professoren mogen opponeerenof welwanneer de kandi daat binnen de drie jaar zich aangeeft voor het examendan schrijft hij eene dissertatie en moet die opentlijk verdedigenwaarbij ook het publiek recht van oppositie heeft, de zoogenaamde publieke promotie; de private promotie heeft plaats bij verdediging van theses, diezoowel als de dissertatiesmet uitzondering van een enkel geval misschien, altijd bevatten civiele rechtskwesties; maar bovendien, wanneer men bemerkt dat de kandidaat door de oppositie wat in het nauw gebracht wordt, dan komt men hem al spoedig te hulp;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 419