414 den beschiktzijaan wie de gevraagde vergunning verleend werd zouden met het bijwonen der lessen kunnen beginnen een jaar vóór dat hun verlof in Nederland verstreken is; blijkt het na verloop van dat jaar, uit de rapporten van de professoren, wier college zij hebben gevolgd, aan den minister van koloniën, dat zij niet genoegzaam geschikt zijn, dan gaan zij weder naar Indië terug. Zij hebben in dit jaar in ieder geval heel wat geprofiteerd, dat hun later altijd te pas komt, wanneer zij benoemd worden als com missaris of secretaris in eene gerechtelijke informatie. Zij van wie het blijktdat zij wel de noodige geschiktheid bezitten, zouden een jaar verlenging van verlof kunnen krijgen, en, nadat zij alzoo twee jaren de rechtscolleges hadden bijgewoond, zouden zij voor de professoren der rechterlijke faculteit een examen kunnen afleggen, waarbij het militair recht de hoofdzaak is. Zij hebben door het bijwonen der colleges genoeg van het Romeinsch- en het hedendaagsch recht geleerd, om hiervan een algemeen denkbeeld te hebben; het is niet genoeg, het een of ander wetboek goed te kennen; om een goed rechter te zijn, dient men eene eenigszins algemeene rechts studie gemaakt te hebben. Na voldoend examen zouden zij dan gepromoveerd kunnen worden tot meester in het militair rechten ook in de ranglijst het Mr, voor hunne namen voerenevenals het Br. van de officieren van gezondheid, die doctor zijn; het oog wil ook wat, en de ijdelheid bij den mensch is niet geheel weg te cijferen, zelfs niet bij den officier Men zoude het aan de keus van den officier kunnen overlaten? bij welke academie hij de lessen wenscht te volgen. Hieraan behoeft volstrekt geene toelage verbonden te zijnde officier geniet alleen zijn gewoon verlofs-tractementalleen zoude men hem moeten vergunnen, de colleges gratis bijtewonen. De professoren genieten een tractement van den staat, en het geldt hier een groot staatsbelang, namelijk de vorming van militaire rechtsgeleerden; en bovendien, of zij voor 50 of 60 personen college houden, dit maakt weinig verschil. Tot hiertoe kost het dus aan den staat bijna niets. Wij houden het er voor, dat er liefhebbers genoeg gevonden zouden worden; het leven in onze academiesteden is niet onaange naam, en niet duurder dan in andere plaatsen; ieder jaar hebben de studenten een paar maanden vacantie, waarvan zij natuurlijk ook profiteeren, zoodat zij niet het geheele jaar verbonden zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 421