418
den aan den Boveu-Rijri de Vogezen en het Zwarte Woud, in
een oorlog tusschen Zwitserland en Frankrijk de Jura, strategische
verdedigingslijnen of grenzen vormen). <i
Verdediging van eene herggrens. Een bergpas, die met de grens
evenwijdig loopt en de operatielijn dwars doorsnijdt, biedt den
verdediger hetzelfde voordeel als eene riviergrens. Het aantal over
gangen is beperkt en de verdediger kan ze gemakkelijk door voor-
uitgeschovene posten doen bewaken; zijne hoofdmacht stelt hij ach
terwaarts in de vlakte op, om zich, waar de vijand den overgang
beproeft^ met vereenigde krachten op hem te werpen, hem in het
deboucheeren te belemmeren en in de défilés van het gebergte te
rug te dringen. Om den vijand te beter te kunnen ophouden en
aan de hoofdmacht tijd te gunnen te hulp te komen, is het van
belang "dehoofdtoegangen te verschansen en in weerbaren staat te
brengen. Gelijk bij stroomen en rivieren de bruggehoofdenbieden
bij bergpassen aan de overzijde gelegene vestingen het voordeel naar
den kant van den vijand te kunnen deboucheeren. De richting van
de operatielijn* bepaalt het punt, dat voor den aanleg van zulke
vestingen het gunstigste is.
{ToelichtingDe hoofdoperatielijn van de Russen naar Hongarije
voert van Warschau over Dukla en Eperies naar Pesthandere on
dergeschikte door het dal van de Gran, Neutra en Waag. In het
jaar 1849* is van de operatielijn over Eperies door het Russische
leger partij getrokken geworden. Dit geeft nu aan de Hongaarsche
regeering aanleiding dezen toegang bij Eperies door den aanleg
van eene groote vesting af te sluiten. Voor een zuiver verdedi
gend doe] moge dit voldoende zijn, maar onvergelijkelijk grootere
voordeelen zoude de bouw vau eene groote vesting op dezelfde lijn,
evenwel aan gene zijden van de Karpathen (bij Dukla)aanbieden
en de keizerlijke regeering moest, al ware het alleen in het belang
der veiligheid van Galicië, zulk een bouw met alle middelen be
gunstigen. De minder gewichtige engten kunnen door kleine ver
sperringen verzekerd worden, (f)
Wie eene prachtige wandkaart van Duitschland verlangt, waarop de bergen
ook de Vogezen, de Oostenrijksche en de Zwitsersche bergen, duidelijk zijn afge
beeld, koope die van Möhl.
(t) De veldmaarschalk Radetzky zegt in een geschrift van 1828: «Onze (d. i. de
Oostenrijksche) grenzen naar den kant van Rusland en Polen missen elke verdedi
ging, zoowel natuurlijke als kunstmatige. Het vlakke Galicië kan overal door den
vijand overstroomd worden, en tegenover elk vijandelijk leger, dat daar binnen dringt,
laat zichals eenig verweermiddelslechts een gelijk leger stellenPolen vormt