426
komt. Nooit is koenheid beter aangewend en van meer beslissende
werking dan in doorsneden streken en in het hooge gebergte, waar
het slechts eenvoudig om postengevechten te doen is, die het terrein
even spoedig doet ontstaan als eindigen, en waar de overrompeling,
het natuurlijk gevolg van de koenheid, de kracht van den vijand
voor het oogenblik verlamt. Hieruit ontwikkelt zich eene oorzaak
te meer, die bij den bergoorlog aan den aanval een zoo groot over
wicht boven de verdediging geeft. Zoo lang de Franschen in 1799
in Zwitserland aauvallenderwijze te werk gingen, waren zij overwin
naars. Door strategische maatregelen tot de verdediging gedwongen,
werden zij geslagen.
Nergens is de aanval gemakkelijker en nergens de verdediging
moeielijker dan juist in den bergoorlog. Van den slag bij de
Thermopylen tot de veldtochten der omwentelings-oorlogen in Zwit
serland en Tyrol behield in de bergen de aanval steeds de overhand."
Voorbeeldenlleeds de oude Zwitsers hadden in hunnen eersten
bevrijdingskamp ingezien, dat de verdediging van het gebergte aan-
vallenderwijs moest worden gevoerd. In den krijg der Morgartners
van 1315 wachtten de eedgenooten (op raad van den Landamman
Beding von Biberegg) den aanval van de Oostenrijkers in de stel
ling van den Bothenthurm af, waar de van Einsiedeln en Zug
komende wegen zich vereenigen. Toen zij omtrent de richting van
den opmnrsch van het vijandelijke hoofdleger niet meer in twijfel
verkeerden, gingen zij dit tot den Morgarten te gemoet en over
wonnen het. Nauwelijks was hier de vijand geslagen, of zij keerden
ijlings terug en bevochten in den morgen van den volgenden dag
de tweede kolonne van den vijand bij Buochs, en des avonds de
derde bij Alpnach. In 1798 werden de soldaten van Unterwalden,
die zich tot de verdediging van hun land bepaaldenin weerwil van
dappere tegenweer, en in 1799 de troepen van Uri, ondanks de
moeielijke toegangen van hun land (door de inwoners voor onneem
baar gehouden)met geringe zwarigheid verwonnen. Bij den Bothen
thurm en bij Sattel zien wij daarentegen in 1798 de soldaten van
het kanton Schwyz onder hunnen aanvoerder Aloysius Beding von
Bibereggdank zij hunne aanvallende verdediging, zegevierend strijden.)
De nieuwe wapenen zullen, hoe groot overigens hun invloed ook
zijn mogede vroegere verhoudingen niet veranderenen er valt
niet aan te twijfelen, dat ook later, gelijk vroeger, de aanval bij
den bergoorlog de meerderheid zal behouden boven de verdediging.
12 April 1871. FRITS.