449
ondergaan (in 1841 was dit 924, in 1870 1273 personen sterk) f
is het cijfer der niet-eervol ontslagenen beduidend verminderd
en bedraagt dit thans slechts 0,25 pCt; eene verhouding, die voor
zeker wel gunstig mag heeten.
Beschouwen wij thans de onder-officieren en korporaals. Dat hunne
reclame-zucht schrikbarend is toegenomen, is, helaas, maar al te goed
bekend. Hoe echter verder huu gehalte is, kan o. a. ook blijken
uit het aantal degradationwelke jaarlijks plaats hebben. Dat aan
tal bedroeg in de laatste vier jaren (18671870) gemiddeld niet
minder dan 130 per jaar
Ook het gehalte onzer soldaten is natuurlijk niet beter. Zoo
werden o. a. in de laatste vier jaren gemiddeld per jaar niet minder
dan 320 Europeanen en 1275 inlanders in de 2e klasse van mili
taire discipline geplaatst.
Omtrent verdere statistieke opgaven verwijzen wijnaar het in No. 7
van dit tijdschrift over onze krijgstucht voorkomende van den ka
pitein der infanterie Haus. Wie lust gevoelt, moge voor zich zei
ven vergelijkingen maken en ons het antwoord geven op de vraag,
waaraan de gebrekkige vorming der soldaten tot een goed
kader moet worden toegeschreven. Wie eene statistiek der dronkenschap
en van het goedverkoopen kon leveren, zoude zeker hetzelfde op
die vraag antwoorden als wij.
Zeer terecht merkt de schrijver op, dat tw:ee voorname zaken
van grooten invloed op de vorming van het kader zijn: onderwijs
en verheffing van de mindere rangen. De zoo verheven uitdrukking
kennis is macht, is zeer zeker ook op liet leger toepasselijk. Nemen
wij dienaangaande een voorbeeld aan Pruisen, maar ook tevens aan
'Prankrijk, dat, als contrast, onze eerste bewering des testerker zal
doen uitkomen.
//Eene der hoofdoorzaken, volaens mijne meening," dus lezen wij
in eene brochure, getiteldLa Erance et la Prusse, //van den achter
uitgang van Frankrijk in de laatste jaren, is het gebrekkige on
derwijs. Frankrijkdat zich de beschaafde natie bij uitnemendheid
waantzoude wel doen een voorbeeld te nemen aan dat barbaarsche
land, Pruisen. Er is geen staat, waar het onderwijs beter geor
ganiseerd is dan in Pruisen men vindt daar zelden een kind van
zeven jaren, dat niet lezen, schrijven en rekenen kan. De daaruit
te maken gevolgtrekking is gemakkelijk. Zij is deze: dat de massa
van het volk veel beschaafder moet zijn dan in Frankrijk. Men
ziet dus hoe weinig werk men in Frankrijk van het publiek on-