460 troep, of uit het aplomb op de parade-plaats. De aard van de nieuwe tactiek vordert, dat aan de verstandelijke en moreele aanleg en ontwikkeling van bevelhebbers meer waarde moet worden gehecht dan aan hunne technische bekwaamheid.'' Evenzoo is het niet voldoende dat men het kader veel laat leeren om het goed te vormenen dat het eenige malen per dag hoort wat discipline is; zoolang die vorming steeds bi.j de korpsen alleen moet plaats hebben, zal zij weinig resultaten hebben. Wellicht heeft de schrijven niet gedacht aan het nut van een instructie-'bataillon ot kaderschool hoe men het noemen wil waaraan, onzes inziens, het Indische leger evenzeer behoefte gevoelt. Daar toch zal men in de gelegenheid kunnen zijn, 0111 soldaten tot flinke korporaals en onder-officieren te vormen. Wordt eenmaal tot de oprichting daarvan overgegaan, dan moet het zuinigheid-systeem piet bovendrijven en de inrichting van slechts twijfelachtig nut doen zijn. Vier kompagniën van 200 man twee Europeesche en twee inlandsche zullen dan voor de Indische infanterie, onzes inziens, voldoende stof voor een uitmuntend kader leveren. Bij elke kompagnie van dat instructie-bataillon zou men 4 officie ren kunnen indeelenbehalve den komp. kommandanten het ge- heele korps om het beter te kunnen oefenen vrij van garm- zoens-dienst geven. ORGANISATIE. De 17 bladzijden, welke de schrijver aan de organisatie van de infanterie besteedt, beschouwen wij als het mmst geslaagde gedeelte zijner brochure. Wfórom? Omdat de schrijver die organisatie niet in verband brengt met eenig stelsel van verdediging; van dit laatste wordt zelfs in 't geheel niet gesprokenterwijl de stellingen, omtrent de organisatie verkondigd, meer tot de strafegie dan tot de oiga- nisatie-zelve behooren. Oprecht gesproken vermeenen wijdat de schrijver de kennis mist, die voor eene zakelijke behandeling van zulk een moeielijk onderwerp noodig is. Het doen van voorstellen, om de kompagniën vau 120 op 150 man te brengen, is zeer onschul dig en kan door iedereen worden gedaan. Volgens Rüstow zoude het echter beter zijn, ze op 200 man te brengen, omdat men dan zoodoende eene tweede tactische eenheid bij de infanterie kan ver krijgen. I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 467