majoor magazijn-meester worde aangesteld onder den officier van wape
ning met twee a, drie manschappen speciaal met die wapening belast.
De functie van adjudant-onder-officier magazijn-meester zoo als
die door den schrijver wordt voorgesteld achten we niet ncfodig-
We zouden er voor zijn, dat iedere kompagnie, zooals thans het
geval is, haar eigen vivres-magazijn en rustkamermaar dan alleen
voor het opbergen der kleeding behoude. Eene centralisatie in
deze zal, gelooven wij, minder goed zijn.
Het aantal van twee adjudanten-onder-officier per bataillou kan,
onzes inziensblijven bestaan. Zij rouleeren beiden in den week-
dienst, doch aan een hunner moet speciaal de functie van vaandel
drager worden opgedragen. Ook de betrekking van staf-fourier kan
blijven bestaan doch het employeeren van korporaals op het bataii-
lons-bureau moet verboden worden. Dit is niet noodig. Den kleinen
staf zouden we verder willen laten bestaan uit:
1 Sergeant-hoornblazer tevens kapelmeester,
1 Korporaal-hoornblazer
1 Sergeant-tamboer,
1 Korporaal-tamboer
1 Sergeant scherm-meester, tevens facteur,
1 Korporaal-kleermaker en
1 Korporaal-schoenmaker.
'De administratie van den kleinen staf wordt bij de 1 kompagnie
van het bataillon gevoerd; terwijl die der 2C klasse van militaire
discipline door een daarbij gedetacheerd sergeant kan gevoerd worden
onder toezicht van den luitenant, wien de leiding dier klasse is
opgedragen.
De sterkte der muziek-korpseu behoeft onzes inziens evenmin ver
meerderd te worden.
De schrijver wil het kader bij de kompagniën vermeerderendoch
noodzakelijk achten wij dit vooral dan niet, indien de garnizoens
dienst zoodanig geregeld wordt als hij voorstelt.
Het aantal tamboers evenals dat der hoornblazers behoeft niet
meer dan 2 te bedragen, indien men voor de noodige élèves zorgt.
Verder zouden we bij alle kompagniën infanteristen D klasse wil
len hebben. Dat getal zouden we, op eene kompagnie van 200 man,
op S per sectie of 32 per kompagnie willen stellen.
Het idee van den schrijver, om per kompagnie eene sectie pion-
n:ers te hebbenkunnen wij niet deelen. De infanterie moet steeds
haar karakter behoudenoefent men haar in de pionnier-werkzaam-
462