Koloniaal Militair Invalidenhuis te Bronbeek. Deze inrichting,
thans ruim 1\ jaar geleden geopend, beantwoordt bij voortduring
aan hare bestemming: de opneming en verpleging, zooveel mogelijk,
van de gegageerden der koloniale landmachtin de eerste plaats van
henaan wie het gagement is toegekendhetzij ter zake van in den
strijd of door andere gevorderde diensten bekomen verwonding of
verminking, hetzij wegens langdurigen (veertigjarigen) dienst, mits dan
tevens de leeftijd van 55 jaren bereikt is, of eerder ongeschiktheid
tot handenarbeid bestaat.
Voeding en verpleging zijn alleszins naar wenschterwijl orde en
tucht naar vereischte worden gehandhaafd. Het aantal verpleegden
bedroeg op 1 September j.l. 191, zijnde 20 minder dan het aan
genomen maximum. Voor zooveel hunne krachten dit toelatenhouden
zij zich zoowel met huiselijken als met veldarbeid bezigdit laatste
ter voorziening zooveel mogelijk door eigen beheer in de behoefte
aan voedingsmiddelen. Ook de veehouderij levert niet onvoordeelige
uitkomsten. Bij alles staat een spaarzaam beheer op den voorgrond.
Gedurende de jongste maatregelen tot handhaving der neutraliteit
van den staat gaven de invaliden sprekende bewijzen van vaderlands-
en menschenliefde.
Mutatiëu onder de verpleegden zijn nog al veelvuldig. Van af
de openstelling der inrichting, op 17 Februari 1865 tot ultimo
December 1869, waren in 't geheel opgenomen geworden 631 oud
militairen waarvan achtereenvolgens uit de sterkte waren afgevoerd
69 wegens overlijden, 283 wegens ontslag op eigeu verzoek, 75
wegens wangedrag verwijderd en 4 om andere redenen afgevoerd.
De (onzuivere) kosten van het gesticht zijn in de laatste drie
jaren, 1867, 1868 en 1S69, achtereenvolgens geweest 59601,—,
63382,— en 63563,—.
Daarentegen zijn ten bate der inrichting gekomen de gagementen
der verpleegden, achtereenvolgens ten bedrage van 20570,
f 19866 en 20067,— zoodat de werkelijke uitgaven voor den
lande niet hooger zijn geweest dan ƒ38731,in 1867, ƒ43516,
in 1868 en 43496 in 18 69, of per hoofd (berekend naar eene
gemiddelde sterkte van achtereenvolgens 199, 190 en 193 man)
194,50, 229,— en f 225,50.
Het hooger cijfer der beide laatste jaren is grootendeels veroor
zaakt door meerdere onderhoudskosten van het gebouw en aanhooren.
Voor voeding werd uitgegeven in 1867 ƒ23,611in 1868 /23,500
en in 1869 23,335. Bovendien werd door eigen beheer aan voort-