de man, alleen aan patronen, een gewicht van 60 X 0,03812, d. i.
2,2872 kilogram, wat waarlijk niet te veel is.
Ook het kapmes waarvan de schrijver zegt dat de confectie
minder goed is wenscheu wij den soldaat te doen behouden,
zelfs al heeft hij een aehterlaadgeweer. Hoe lichter de soldaat zich
ook zpude gevoelen, indien hij dat mes op marsch niet had, eerst
danwanneer hij op het bivak komtgevoelt hij de behoefte daar
aan en bemerkt hij eerst hoe veel verlichting hem dit mes geeft.
Dat de bewapening der officieren zeer onpractisch isgeven we
den schrijver toe. De wijze echter, waarmede hij ook hen met
allerlei tasschen wil omhangenvinden wij zeer ondoelmatig. Kijker,
zak-boussole en afstand-meter kunnen alle drie in één tasch worden
geborgen. Den revolver houde de officier, vóór den vijand zijnde,
zooveel mogelijk in zijn handin andere gevallen wordt dit voorwerp,
met bovenbedoelde voorwerpen door zijn oppasser gedragen die toch
altijd in zijne onmiddellijke nabijheid marcheert.
Reeds ter loops zeiden wedat de sabel der infanterie- officieren
zeer ondoelmatig is. Het gevolg daarvan is dan ook, dat die zelden
te velde wordt gebruikt en daarvoor wordt die toch niet voorgeschreven? -
Een degensabel met kavallerie-gevest en lederen schede, met een
breeden koppel als de ceinturon van de Belgische officieren der
chasseurs zoude, onzes inziens, beter aan het doel van veldsabel
voldcen.
KLEEDING.
Zeer terecht merkt de schrijver op, dat de kleeding van het
Indische leger verre van fraai en ook niet doelmatig is. Daarover
ia bijzonderheden te treden, zullen we niet doen. Het is toch ver-
geefsche moeite. De schrijver zelf heeft dit eens gedaan, en te
meer doen wij het nietomdat we wetendat de opiniën over
kleeding vooral hier in Indië zeer uiteenloopend zijnen we
de plaatsruimte, die de redacteur van dit tijdschrift ons welwillend
beschikbaar stelt, beter kunnen vullen, dan met de bespreking van
een onderwerp, dat zooals zoovele andere altijd in Nederland
moet beslist worden, waar, wij weten het, nog zoo vele zon
derlinge ideeën over Indische toestanden voorheerschen. Wij zeggen
alleen, dat:
1°. de tuniques eerder als kleedingstukken voor genie- en artillerie-
464