468 over; wenschelijk ware het, dat ook militaire bakkerijen tot stand werden gebracht; 5o. aanbeveling zoude het misschien verdienen, indien den Euro peanen b. v. twee malen 's weeksgort werd verstrekt 6<\ de verstrekking van peper aan inlanders behoeft onzes inziens nimmer meer plaats te hebben, wijl dit artikel zoo goedkoop is, dat het zeer goed uit de menage zelve kan bekostigd worden; 7°. wellicht is het wel eene nadere ovërweging waardig, om bij wijziging van het thans vigeerende voedings-tariefde contractanten voor de levering van levensmiddelen te verplichten steeds een vol doenden voorraad aardappelenerwten en boonen te hebbenen die artikelen tegen marktprijs aan de menages te verkoopen 8°. door velen wordt misschien niet ten onregte beweerd, dat het ration rijst voor de Europeanen vermeerderd moet worden 9°. billijk zoude het evenzeer zijn, daar de Europeaan eiken dag kosteloos brood ontvangt, dat de Inlander zijn bras-ketang niet zelf moet bekostigen; 10°. velen zijn ook de meening toegedaandat het ration brand hout te gering is alvorens echter tot de vermeerdering -daarvan over te gaanzoude het gewis niet onraadzaam zijnde aandacht op kook-toestellen te vestigen, die, onder andere voordeelen, ook eenig brandhout besparen. Wij zullen twee dier keukens opnoemen: lo. de Noorweegsche 'zelf-werkende keuken (zie Militaire Spectator 1868) en 2". de kook-machine van den kapitein Warren (zie Rapporten enz. Deel III en Deel I 'bladz. 360); 110, de lamp-olie, die nu per man verstrekt wordt, zoude voort aan doelmatiger per chambrée kunnen gegeven wordennatuurlijk ook voor de onderofficiers- en korporaals-kamers-, t20. de uitgaven aan keuken-gereedschap., emmers, bezem.s, lampen, drink-, en waschbakjesenz, moeten voor den soldaat vervallen, daar deze voorwerpen tot het huisraad en dus tot het kazernement behooren 13o. het scheerloon moet evenzeer vervallen; wanneer men den soldaat noodzaakt zich te scherendat geheel onnoodig isdan moet het rijk ook zelf den barbier betalen 14°. evenzeer is het niet billijk, den soldaat de ingrediënten te laten betalen, waarmede hij zijn geweer en leger goed schoonhoudt. Dat het niet het werk is van den troepen-officier, om de vivres te keuren der manschappen van het korps, waartoe hij behoort, zijn wij niet met den schrijver eens. Wel is waar moeten de keuringen in het groot door de intendance verricht worden, doch de troepen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 475