SCHEMA 482 van voorwaarden voor de levering van Stoifages, Versier selen, Kleeding stukkenHarnacJiementenz., ten behoeve der officieren van het Nederlandsch-Indisch leger. Art. 1. Duur aer levering. De levering loopt over een tijd van vijf jareningaande op den lste" Januari 1872, en eindigende op den 31sten De cember 1876. De aannemer is gedurende het eerste halfjaar der levering v/m 1 Januari t/in 30 Juni 187-2 slechts gehoudens zooveel in zijn vermogen iste voldoen aan de ingezonden aanvragenen valt dusgedurende dat tijdvakniet in de termen van de bepalingen en de beboetingenbedoeld bij de artt. 8, 12 en 14. Art. 2. Raming van het j)e raming van het jaarlijks benoodigde(fen de split- benoodigde, en split- sing derperceeien. sing in twee afzonderlijke perceelenwaarvoor de inschrijving plaats heeft, is aangegeven op den bijgevoegden staat La. A. De geraamde hoeveelheden zijn niet verbindend; de aan nemer is verplicht te leveren zooveel als zal blijken werkelijk noodig te zijnvolgens de bij hem inkomende aanvragen. Het stellen eener termijn van vijf jaren is wenschelijk, omdat het te ver wachten is, dat voor een korter tijdvak geene genoegzame concurrentie zal bestaan, voor eene zoo belangrijke en veel omvattende over duizenden loopende leveling. Vermits de aanbesteding en toewijzing moeielijk zal kunnen plaats hebben vóór primo December 1871, op welk tijdstip ook andere dan alleeu te Batavia geves tigde concurrenten kunnen mededingen zal het den eventuëelen aannemer niet mogelijk zijn, op 1 Januari daaraanvolgende al dadelijk te voldoen aan de aanvragen van al de benoodigde, niet dagelijks verlangde artikelen, zooals b. v. harnachement, gibernesnestels, sabels e. m. d. en die dus dadelijk na toewijzing vooraf uit Europa moeten worden ontboden. Om die reden is de in het slot van dit artikel gestelde reserve wenschelijk. (f) Nader door de hoofd-commissie intevullen. Tegen splitsing van het geprojecteerd le perceel, in twee afzonderlijke per ceelen, n. 1. Ie. Versierselen en storage, 2e. Gemaakte kleeding schijnen de volgende bezwaren te bestaan a. De regeling, betreffende de inhoudingen en al het daarmede in verband staande, zoude daardoor te omvangrijk en te gecompliceerd worden voor vele niet administratieve en buitendien niet geretribueerde officieren-commissarissen; i. Men zoude met een te groot aantal aannemers te doen krijgen, terwijl het wenschelijk is, dat hnn getal zoo beperkt mogelijk zij;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 489