483 Art. 3. HoedaniglËd der De te leveren artikelen moeten zijn van superieure kwa- artikelen. liteit, en overeenkomen met de bestaande of nader vast te stellen beschrijving van kleeding en met de standmo dellen, welke voor rekening van den aannemer aangeschaft worden en berusten bij de hoofdcommissie. De oorsprong der goederen en grondstoffen is onverschillig. Art. 4. vrag™6 vaD aim officier deelhebber is gerechtigd de aanvraag voor het benoodigde te zenden rechtstreeks aan den aannemer. Hij kan echter op den le van elke maand, aan den op elke garnizoensplaats daarvoor te kiezen commissaris, afge ven eene geteekende aanvrageom zich daardoor te waar borgen de slechts in dit geval toepasselijke toezending der goederenbinnen den bij art. 6 aangegeven tijd. De commissaris verzamelt die aanvragen, en zendt ze onverioyjld door aan de hoofdcommissie. c. Vermoedelijk zal een kleedingstuk, waarvan de stoffage en de benoodigde uit monsteringen wordt geleverd dooi- een of meer andere leveranciers, dan door den. aannemer voor het aanmaken, meer kosten aan afzonderlijk berekende stoffage en maakloondan wanneer het geheele klcedingstuk door één persoon wordt geleverd en eindelijk hoofdzakelijk d. Zal, vermits geene keuring plaats heeft, doch de beoordeeling is overgelaten aan de aanvragers, onder reserve van beslissing door arbiters bij verschilde levering van grondstoffen door één aannemer aan den anderen aannemer (vervaardiger), welke laatste geen recht heeft de ter verwerking aangeboden artikelen aftcwijzen, noodwendig aanhoudend aanleiding geven tot dikwerf moeielijk uittemaken verwikkelingen en reclames bij weigering tot ontvangst der bestelde goederen. Niet altijd ja hoogst zeldzaam toch zal kunnen worden uitgemaakt, of de vervaardiger dezelfdedan wel andere stoffages en artikelen voor den aanmaak heeft gebezigd, als hem daartoe door dsn anderen aannemer worden verstrekt. Dit, en meer andere soortgelijke gevallen kunnen aanleiding geven, dat elk der aannemers weigert de boeten en de schade te dragenen ten wiens laste moet die dan komen? Voorzieningen ten deze zouden zeker'mogelijk zijn, doch zouden slechts leiden tot eene omvangrijkeingewikkelde en voor de hoofd-commissie zeer bezwa rende en tijdroovende regeling. Dit alles wordt voorkomen door het le perceel aantebesteden in ééns. Het bepaalde bij art. ~6, en in verband daarmede van art. 8, kan uit den aard der zaak slechts worden toegepast bij inzending der aanvragen door tusschenkomst der hoofd-commissie, omdat alleen deze aanteekening kan houden yan den datum, waarop de aannemer de aanvragen in zijn bezit heeft gekregen. Bij rechtstreeksche toezending aan den aannemer is de dag van ontvangst der aan vragen bij laatstgenoemden onmogelijk met zekerheid te bepalen, en zoude het on doenlijk zijn in eventueel daaruit voortvloeiende kwestièn te beslissen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 490