Tot bedoelde voortzetting der transformatie, ondanks de aange
kondigde invoering van achterladers klein kaliber, werd besloten,
zoowel om reeds dadelijk eene kleine macht te bezitten, van een
duchtig wapen voorzien en daarmede geoefend en vertrouwd, als om
gelijktijdig te kunnen nagaanwelke waarde achterlaadgewereu heb
ben in handen van inlandsche soldaten. De invoering bij een geheel
bataillon zal bovendien omtrent vele bijzonderheden eer.e ondervin
ding doen verkrijgendie bij het in gebruik stellen van een defini
tief geweer van nagenoeg gelijke behandeling veel nut zal kunnen
opleveren.
De rapporten omtrent het Kuhn's-geweer en de daarbij behoo-
rende munitie, na de verbeteringen die de uitvinder reeds bij de
bewerking der eerste 50 stuks in een en ander had toegepast, lui
den bij voortduring zeer gunstig. Alleen het groot kaliber van de
naar het stelsel Kuhn getransformeerde geweren wordt door den
legerkommandant een overwegend nadeel geacht. Dat nadeel be
staat in het belangrijk gewicht der munitie, waardoor het niet mo
gelijk is, den soldaat daarvan zooveel te doen medenemen als bij
achterlaadgewereu, bijzonder in Indië, wel geweuscht wordt. Maar
dit bezwaar bestaat hoofdzakelijk te velde. Tot plaatselijke verde
diging op enkele buitenbezittingenop posten enz.zal men ze
derhalve, naar het oordeel van het legerhoofd, nog jaren lang na
de indienststelling van nieuwe achterladers kunnen gebruiken.
Artillerieschool te Weltevreden. Bij deze school, die bij het
einde van 1868 tien élèves telde, bevonden zich onder ultimo 1869
acht.
Even als in 1868 leverde de inrichting in 1869 slechts 1 ge
ëxamineerde op. Bij gebrek aan vacatures kon echter geen van
beiden spoedig tot 2'le" luitenant bij het wapen der artillerie wor
den aangesteld. Die van het examen van 1868 werd, na de ver-
eischte proeven van geschiktheid te hebben gegeven, in 1S69 be
noemd tot 2'ïe" luitenant-kwartiermeester bij de militaire administra
tie. Die van het examen 1869 werd in Januari j. 1. tot officier bij
het wapen der artillerie aangesteld.
Toegelaten werden in 1869 vier adspiranten, terwijl vijf de school
verlieten zonder examen te hebben cedaan.
Putboring. De in 1868 uit Nederland verzonden putboortoestel
werd nog in den loop van dat jaar ontvangen en in het geniema-
42