500
In water is zij bijna volkomen onoplosbaar en men kan dan ook
in de practijk zeggen, dat zij tegen de werking van vocht of water
bestand is; daarentegen is zij optelossen in benzol, wijngeest, hout
geest en ether.
Bij gewone temperatuur (ongeveer tot 50° C.) verdampt zij zeer
weinig, ja bijna niet; bij langzame verhitting tot 100° kan zij in
gesloten vaten verscheidene dagen zonder gevaar voor ontploffing
blijven staan; zet men de verhitting boven de 100° langzamerhand
voort, dan begint zij zich bij 193° te ontbinden en gaat de ontplof
baarheid verloren. Bij plotselinge verhitting tot 180° ontploft het.
Bij gewone temperatuur is de nitroglycerine door aanraking met
brandende of gloeiende lichamen niet tot ontploffing, ja zelfs moeielijk
tot ontbranding te brengen. In het laatste geval verbrandt zij kalm.
Werpt men nitroglycerine, weinig ingepakt, in het vuur, dan
springt na eenigen tijd de omsluiting en brandt de stof langzaam;
deze laatste ontploft alleen wanneer men haarin stevige ver
pakking, langen tijd aan hooge temperatuur blootstelt.
In den regel wordt alzoo door vuur geene ontploffing van nitro
glycerine veroorzaakt.
Bij opbewaring in groote hoeveelhedenzooals b. v. in magazijnen,
kan echter bij eenen brand wèl ontploffing plaats hebbenomdat dan
de binnenste lagen tot op 180° verhit worden voordat de buitenste
verbrand zijn.
Tegen schokken, zooals die bij het transport, door het vallen der
vaten of door het stooten van wagens voorkomen, is de nitroglycerine
vrij goed bestand men heeft met deze stof gevulde blikken, flesschen
en vaten van eene hoogte van 25 meters tegen rotsen geworpen
zonder dat ontploffing volgde. Zelfs nadat men haar in water vooraf
tot op 50° verwarmd had, had geene ontploffing plaats.
In dunne lagen tusschen twee harde voorwerpen geplaatst, ont
ploft het door den slag, doch alleen op de getroffen plaats; op de
omliggende deelen plant zich de ontploffing niet voort.
Grootere massa's nitroglycerine worden, gemakkelijk en zeker,
slechts op een der beide volgende wijzen tot ontploffing gebracht
1°. Door verhitting tot op 180o in stevige, gesloten vaten;
2°. Door een hevigen en snellen schok, waarbij de getroffen
deeltjes geen tijd hebben om uit te wijkenen de levendige kracht
van den schok zich in de tot verdere explosie benoodigde hitte
omzet.
Zulk een schok is b. v. die van een in de nitroglycerine geplaatst,