509 Zulks echter niet zoo zeeromdat wij er de door den heer Haus gemaakte gevolgtrekking door gestaafd zagen, dan omdat wij meen den dat ze konden strekken tot grondslag van een krachtig betoog tegen het behoud der doodstraf. En niet zonder reden. Immers waren in het eerste tijdvak van veertien jaren uitgesproken 82 doodvonnissenen zoo meent de heer Haus bijna allen geëxecuteerden toch namen de gevallen van insubordinatie schrikbarend toe, zoo zelfs, dat hun aantal, in de tweede zevenjarige serie van dat tijdvak, bijna het driedubbele (2,81) bedraagt van dat in de eerste. Later, toen men meer gehoor begon te geven aan de inblazingen eener ziekelijke philantropienemen wel is waar de gevallen van insubordinatie noch altijd toemaar niet in eene zoo aanmerkelijke verhouding als toen altijd volgens den heer Haus eene voor dat misdrijf opgelegde doodstraf bijna altijd door eene executie ge volgd werd. In de derde serie bedraagt het aantal gevallen van insubordinatie, in stede van bijna het driedubbele, toch maar 1,3 maal het aantal van dat in de tweede serie. En in de vierde serie is de toeneming nog minder belangrijknu toch is haar bedrag slechts 1,13 maal dat van de 3de serie. Op de geleverde cijfers afgaande zou men dus tot het besluit kunnen komen, dat de toeneming van den geest van verzet in het Indische leger nauw samenhangt met het al of niet executeeren van doodvonnissen en dat die toeneming het grootst is, wanneer de meeste soldaten voor den zandhoop zijn gebracht. Die uitkomst, en niet minder het onbegrijpelijke, dat .er voor ons in gelegen was, dat in eenen tijd, toen wellicht de helft der Euro- peesche soldaten bestond uit geaboleerde veroordeelden, minder ge vallen van insubordinatie zouden zijn voorgekomen dan in de laatste jarenstemde ons tot nadenken. Nog onlangs was. ons door een oud hoofdofficier van het Indisch leger verzekerd, dat ruim twee en dertig jaren geleden, tijdens zijne komst in Indië, het gehalte van niet weinige der officieren, in aanmerking nemende hunnen rang, bijna niet minder te wenschen overliet dan dat van het meerendeel der manschappendat ook onder hen misbruik van sterken drank maar al te dikwijls voorkwamdat in zijne eerste garnizoensplaats soms weken voorbijgingenzonder dat de soldaten werden bezig gehoudendat officiereu der week niet zelden verzuimden, ter juister tijd in de kazerne te zijn; dat ter

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 516