De werkzaamheden in Rembangwaarmede reeds in het laatst van 1S6S een begin is gemaakt, en die in de residentie Batavia, welke omstreeks het midden van 1S69 aangevangen werden, be paalden zich grootendeels tot triangulatie eu wegmetingen, als nood zakelijke voorbereiding van het eigenlijke opnemmgswerk. Hetzelfde geldt van de residentie Kedirialwaar de werkzaamheden echter eerst in de laatste maanden van 1869 werden aangevangen. Het aldus opgenomene bedroeg in het geheel 1090 vierkante palen tegen 1637 in 1868. Dit ongunstig verschil moet hieraan worden toegeschreven, dat in den loop van 1S69 drie van de vier brigades geheel of gedeeltelijk in een ander gewest overgingenen nieuwe opnemingen moesten voorbereiden of aanvangen. Onlangs zijn voorstellen ingewilligd, welke eene uitbreiding van personeel beoogen, ter voorkoming dat het noodzakelijk verband tusschen de topographische en statistische opneming worde verbroken, welke laatste spoediger is voortgeschreden dan de eerste. Dit feit wordt hoofdzakelijk toegeschreven aan overschatting, bij de invoering der bestaande organisatie, van de hoeveelheid werks, die door één opnemer kon worden geleverd, en die gesteld werd op acht vier kante palen per maandterwijl de oudervinding der vier laatst ver- loopen jaren had geleerd, dat op niet meer dan vier palen 's maands per man te rekenen valt. Naar dien maatstaf zouden, volgens den legerkommandant, voor de circa 35000 vierkante palen, welke op 1 Januari j. 1. nog op te nemen waren, met het tegenwoordig vol tallig personeel nog zestien jaren noodig wezen, alvorens de opneming voleindigd kon zijn. Men stelt zich nu, naarmate van de beschikbaarheid van voldoend gevormd personeel, de mogelijkheid voor, om na verloop van één jaar het aantal opnemingsbrigades te brengen van vier op vijf, en vervolgens zoo spoedig mogelijk op zes; op dien voet rekent men dat het werk in 1880 zal kunnen voltooid zijn. Als maatregel van voorbereiding zijn reeds sedert de laatste maanden boven de bestaande formatie een tweetal infanterie-officieren bij het topographisch bureau gedetacheerd ter beproeving. De opneming in de binnenlanden der residentie Palembang (Pasoe- mah), in 1867 aangevangen, werd in 1869 voortgezet, doch bij gebrek aan een geschikten chef op ultimo Maart 1870 tijdelijk gestaakt. Op het topographisch bureau is in 1869 voortgegaan met het in t net teekenen der van de opnemingsbrigades ontvangen brouillon- 44

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 51