513 Wat den heer Haus bewogen heeft om te zeggen, dat, volgens zijne meeniugniettegenstaande hem de gegevens ontbraken om zulks met juistheid te. kunnen nagaan, de 82 doodvonnissen van 1831 t/m 1844 uitgesproken bijna allen geëxecuteerd zijn, verklaren wij 'ronduit niet te begrijpen. Bij iemand van het karakter van den heer Haus is geenerlei kwetsende onderstelling veroorloofdanders zouden wij bijna gelooven, dat zijne ingenomenheid met de doodstraf hem heeft verleid tot het doen van eene onjuiste, en juist hier hoogst betreurenswaardige mededeeling. Wie weet toch, of de drie regels, door den heer Haus geschreven betrekkelijk de van 1831 t/m 1844 uitgesprokene doodvonnissen, in verband met zijn beweren, dat ge durende gezegd tijdvak minder gevallen van insubordinatie voorkwa men dan later, niet van invloed zijn geweest op het veelvuldig toepassen der militaire doodstraf gedurende de laatste maanden. En toch was het den heer Haus gemakkelijk geweest, zich te overtui gen van het onjuiste zijner meening, ja 't is ons zelfs onbegrijpe lijk, dat hem bij het opmaken zijner statistiek die onjuistheid niet onmiddellijk is in 't oog gevallen. Telkens leest men toch in de algemeene ordersbehelzende opgaven van door het Hoog Militair Gerechtshof geapprobeerde vonnissenwaar door dat lichaam de doodstraf werd uitgesproken: /'bij resolutie ddNo. nader gecommuteerd in".... (meestal 10 jaren kruiwagenstraf) of dergelijke mutatie. Eu wanneer men nu alle de v/m 1831 t/m 1844 verleende gratie's te zamen telt, dan blijkt, dat gedurende de thans besproken wordende veertien jaren niet, zooals de heer Haus meent, bijna alle de 82 uitgesproken doodvonnissen zijn ter executie gelegd, maar dat zulks hoogstens met twintig, dus nog niet met een vierde van het geheele getal kan hebben plaats gehad Ver gissen wij ons niet, dan zijn binnen de laatst verloopen twaalf maanden geëxecuteerd 6 militaire doodvonnissen. Wat betreft doodschieten, kan dus moeielijk worden beweerd dat wij zijn achteruitgegaan. Maar juist ten gevolge van dit laatste achten wij ons verplicht, de vergissing van den heer Haus zoo spoedig mogelijk te releveeren. Haar toch, waar zooals hier men- schenlevens in het spel zijnkan menwil men gegevens leveren zoo ten minste zien wij de zaak inniet te voorzichtig zijn. Maar zoo als men ons wellicht tegenwerpen zeer zeker ging Eeu der veroordeelden overleed vóór de tenuitvoerlegging van '*t vonnis, een ander staat abusivelijk vermeld als veroordeeld tot den kogel minstede van tot kruiwagen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 520