521 De grens tusschen gemakkelijk te behandelen kanonnen en zwaar dere kalibers trekt Brialmont bij de 12-ft'ers; allen van grooter mid dellijn rangschikt hij onder minder handelbare, waarop de bovenstaande voordeelen niet van toepassing zijn. Brialmont zegt verder: dat de getrokken 12-S'crs genoegzaam zware projectielen met voldoende snelheid voortslingerenomondersteund door de krachtige uitwerking van de springlading hunner puntgra- naten, de hoofden der vijandelijke aanvalswerken te vernielen vuur monden in de vijandelijke batterijen te demonteeren, enz.; en dat de uitwerking van getrokken 4-'tÈ01'5 groot genoeg is, om vijandelijke kolonnes tot staan en tot wijken te brengen. Men zou hieruit kunnen besluiten, dat gemelde schrijver de ver sterkingen alleen zou willen bewapenenwat ten minste de kanon nen betreft, met getr. 12- en 4-'Hicrs; doch hij laat er ook onmid dellijk op volgen, dat het niet alleen dienstigmaar zelfs ten sterkste aan te bevelen is, op enkele gewichtige punten zeer zware getrokken vuurmonden, b. v. ÏOO-ÏC01'5 te plaatsen, ten einde den vijand te dwin gen, de borstweringen zijner sappen, parallellen en batterijen een buitengewone sterkte te geven. Die groote dikte der borstweringen doet natuurlijk de vorderingen van den aanvaller zeer vertragen, en vertraging kan hier dikwijls overwinning zijn. De houwitsers kunnen geheel vervallen, daar uit de getrokken vuurmonden met ten minste evenveel uitwerking op overeenkomstige afstanden kan worden geworpen, als dit met genoemd worpgeschut geschiedt. Ook het werpen met brand- en lichtkogels uit getrokken kanonnen levert geene bezwaren op. De bom- en steenmortieren zijn echter nog zeer aan te bevelen; de eerste door hunne gemakkelijke en bedekte wijze vau opstellen, de tweede soort door hare moorddadige uitwerking op korte afstan den. Ook de coehoornmortieren zullen in alle gevallen goede diensten kunnen bewijzen door hunne spoedige plaatsing en verplaatsingvoor namelijk in den bedekten weg, uit- en inspringende wapenplaatsen, enz. Deze indeeling heeft, wat het kaliber der getrokken vuurmonden aangaat, verschillende bestrijders gevonden, waaronder de Engelsche luitenant-kolonel Gallwey, die het volgende oordeel over dit belang rijke vraagpunt uitspreekt. In eene memorie over den invloed van het getrokken geschut op den aanval en verdediging van vestingwerken, medegedeeld in het Journal des armes spéciales et de l'état-major 1866 No. 6 en 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 528