522 De getrokken kanons van 7 duim Eng., bijna 18 Ned. duim en van 64-, kaliber 16 Ned. duim, moeten worden gebezigd om op rechtstreeksche en ver verwijderde doelen te vuren, dus voor de bewapening van de aangevallen fronten. De getrokken kanons van 40, kal. ruim 12 Ned. duim, worden geplaatst op die gedeelten der aangrenzende fronten, welke zicht op de aanvalswerken hebben, en op de flanken. De getrokken kanons van 20, kal. ruim 9,5 Ned. duim, en 12 kal. 8 Ned. duim, moeten daar worden gebruikt, waar ze gedurende het beleg dienstig kunnen zijn en overigens voor dat doel in reserve blijven. De luitenant-kolonel Gallwey stelt derhalve voor, het zware ge schut als hoofdbestanddeel der bewapening te bezigen en de lichte, ge makkelijk te behandelen kanonnen als bijzaak te beschouwen. Brial- mont daarentegen beveelt de lichte getrokken vuurmonden als hoofd bestanddeel en de zware als onderdeel der bewapening aan. Ook de Eransche generaal de Blois zegt in zijne beoordeeling over het bovenaangehaalde werk van Brialmont o. a. dat de lichte ka libers alleen met goed gevolg te gebruiken zijn bij stormaanvallen dat wil zeggen tegen troepenen men derhalve bij de bewapening tegen een geregelden aanval dp beweegbaarheid der vuurmonden moet opofferen aan hunne uitwerki) Zonder dat ik mij in het minst bevoegd oordeelmijne denk beelden naast die van bovengenoemde personendie voorzeker eerst na rijp overleg tot die resultaten zijn gekomente plaatsenzoude toch het bovenstaande bijna geene waarde voor den lezer hebben zoo niet uit die verschillende ideeën één aangewezen werd dat naar mijne meening te verkiezen is. De hoofdkwestie is hiertoe terug te brengen Voldoet de getrokken 12 die de zwaarste vuurmond iswelke gemakkelijk behandeld kan wordentegen aanvalswerken en batterijen, zooals die tegenwoordig bij een geregelden aanval zullen vervaardigd worden F Uit verschillende proeven te Waalsdorp, in het Ka'jettenkamp bij Breda, te Braschaet en te Tjikarang genomen, blepJu, dat deze vuur monden zeer voldoende uitkomsten gaven bij bet demonteeren van schietgaten met schanskorven, fascinen of zandzakken bekleed; dat hare springuitwerking hevig genoeg s\'ag genoemd worden, en dat De la fortification en presence fie l'artillerie nouvellepar le géne'ral de Blois.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 529