524 aard der zaak 30- en 12-'0;cl's gebezigd worden om de kust- en strandbatterijeu te bewapenen. Wil men alle dergelijke batterijen te Tjilatjap, Batavia, Samarang en Soerabaja uitsluitend met getrok ken geschut bewapenendan schiet er niet alleen niets over voor de binnen 's lands gelegen sterktenmaar komen er nog vele getrokken vuurmen voor de strandverdediging te kort. Moeten echter die bat terijen die van Tjilatjap natuurlijk uitgezonderdalleen tegen een coup-de-main bewapend worden, zoo zullen in het meest dringende geval ook de zware gladzielsvuurmonden aldaar gebezigd kunnen worden, en blijven er waarschijnlijk, bij eene uiterst spaarzame in deeling van getrokken geschut, nog eenige dier kanonnen beschik baar voor de binnen 's lands gelegen versterkingen. In beide gevallen zal evenwel het hoofddeel der bewapening' van laatstgenoemde sterkten gladziels-vuurmonden zijn. Na de reorganisatie van 3 der lichte veldbatterijen in zware, blijven ook van de getrokken 4 ®ers slechts weinigen beschikbaar. Bij het bewapenen van eene sterkte met gladziels-geschut vervalt natuurlijk gedeeltelijk het daarover bij het aanwenden van getrokken kanonnen aangegevene. Men zal verplicht zijn in het algemeen zwaardere kalibers te bezigen, en meestal de beweegbaarheid moeten opofferen aan eene voldoende uitwerking. Eene bewapening van gladziels-vuurmonden heeft echter een groot nadeelzij kunnen namelijk door het getrokken geschut van den vijand op groote afstanden gedemonteerd worden, zonder dat de mo gelijkheid bestaat het vuur op eenige degelijke wijze te beantwoorden, terwijl de onmogelijkheid, om ze spoedig terug te trekken en daarna weder in batterij te stellen, dwingt, ze weerloos aan het volle vijan delijke vuur blootgesteld te laten. Tegenwoordig zijn voor de bewapening van vestingwerken tegen een Europeeschen vijand de getrokken kanonnen daargelaten bestemd: de ij. kanons van 24 ffi, 12 6 ffi en 3 zw.de houwitsers van 20 dm en 15,dm en de mortieren van 39 dm, 29 dm, 20 dm en 12 dm. De vuuruitwerking der kanons van 3 zw. is te gering om ergens, zelfs in den bedekten weg, met vrucht te kunnen wrorden aangewend. Op enkele gewichtige punten zijn eenige .SO-®0'5 of 60-®ers noodig, vooral met het oog op de spvinguitwerking hunner granaten. De bronzen kanons van 12 en 6 zw.die thans alleen inge deeld zijn bij het positie-geschut, zullen in de buitenwerken zeer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 531