58.3 Ten allen tijde heeft men dit erkendvan daar het aanleggen van contre-batterijenom den stormaanval voor te bereiden door het vernielen of tot zwijgen brengen der vuurmonden op de flanken. Een gevolg van het aanleggen dier contre-batterijen was weder, dat de flanken zwaarder bewapend werdenten einde die batterijen met goed succes te kunnen bestrijden. Bij het bewapenen der flanken staan dus twee punten op den voorgrond 1°. het verdedigen van den grachtsovergang, en 2°. het bestrijden en bestand zijn tegen de contre-batterijen. Het eerste punt vereischt lage flanken hiertoe worden veelal de kazematten gebezigd bewapend met licht geschut, dat een goed kartetsschot heeft en eene snelle lading toelaat. Lage flanken omdat daardoor het vuur in de gracht bestrijkender wordt en geene doode hoeken bestaan. Het tweede punt vereischt daarentegen hooge flanken, bezet met zwaar geschut. Hooge flankenom het vuur der contre-batterijen plongeerend te kunnen beantwoorden. De lage flanken of kazemattendie wij hier in Indië bezitten zijn zoo ik mij niet bedrieg allen van steen opgetrokken en ongepantserddeze zullen door het getrokken geschut van den vijand reeds op groote afstanden vernield worden, zelfs al worden zij door hem niet gezien. Men mag daarbij volstrekt niet uitgaan van de ver onderstellingdat de vijand soms het bestaan dier kazematten niet zal weten. Die steenen verblijven te bewapenen zou dus eene dwaas heid eene groote niet te verantwoorden fout wezendaar die bewa pening verloren zou gaan zonder iets hoegenaamd verricht te hebben- Zoodra de vijand er toe besloten is eene sterkte geregeld te bele geren zal hij hoe bezwaarlijk dit hier in Indië misschien ook is er toch toe moeten overgaan, betrekkelijk zwaar getrokken geschut aan te voeren. Deze getrokken kanonnen zullen bij onze thans bestaande middelen altijd de overwinning behalen over het geschut, dat wij (onder eene onvoldoende dekking) op de flanken kunnen plaatsen. In de meeste gevallen zal zelfs dat voor ons zoo noodlot- tige resultaat reeds zeer snel worden bezeikt. Het is daar om m. i. beter op de navolgende wijze te werk te gaan. Men plaatst alleen dan geschut op de flanken, wanneer zij niet beschoten worden; zoodra er gevaar bestaat, dat de vijand die stuk ken zal demonteerentrekt men ze terug in eene geblindeerde stelling, welke zoo dicht mogelijk achter de emplacementen moet gebouwd zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 540