538 Een laatste onderwerpwaarvoor ik nog een oogenblik de aandacht van den lezer verzoek, betreft de beplantingen en de andere kleine hulpmiddelen, waarmede men eene bestorming kan bemoeielijkeu. Een hoofdregel, waaraan alle hindernissen en beplantingen moeten voldoen, is, dat zij den vijand nooit tot schuilplaats moeten kun nen strekken tegen het eigen vuur, maar hem daarentegen dwingen, langer onder de volle uitwerking van dat vuur te vertoeven. Als algemeen bekend, mag ik gerustelijk de wolfskuilen, verhak- kingen, palissadeeringen, randjoe's, friesche ruiters, enz. beschouwen- Alleen zij hierbij opgemerkt, dat men daar, waar men randjoe's wil planten of wolfskuilen graven, zeer goed gebruik kan maken van de menigvuldige slingerplanten, die hier in alle streken te vinden zijn. Die slingerplanten zullen niet alleen de randjoe's en wolfs kuilen voor het oog van den aanvaller verbergenmaar ook belet ten dat aldaar alang-alang groeitwaarachter en waarin de vijand zich zou kunnen verschuilen. Het beplanten der werken met boomen en struiken vordert ech ter eene nadere beschouwing. Op het glacis moet men in tijd van vrede veel zwaar hout of bamboe laten groeien, dat in tijd van oorlog, kort bij den grond afgekapt zijndeeene menigte materialen levert voor blindeeringen bekleedingsmiddelenverhakkingenenz. Ook in den bedekten weg zijn een of twee rijen dergelijke boo men zeer goed te gebruiken, mits men ze niet daar aanlegt, waar men later soms palissadeeringen zoude willen makenwijl de wortels dier boomen het plaatsen dier palissadeeringen dan zeer zal bemoei lijken. Het contre-escarpe-talud moet beplant worden met lage doorn struiken die ook overal in menigte voorhanden zijn. Het escarpe-talud en de berm zoude men door middel van bam- boe-doeriestoelen onbeklimbaar kunnen maken. Deze moeten echter altijd gesnoeid en geleid worden om te maken, dat zij geene be scherming aan de vijand opleveren tegen het vuur der flanken. Ook bij de werken, met revêtements-muren bekleed, zullen de bamboe- doeriestoelen uitmuntend kunnen bijdragen om hef bresschieten te voorkomen. Vooreerst zullen de projectielen veel van hunne kracht verloren hebben, vóór zij den muur bereiken, terwijl de percussie- granaten grootendeels te vroeg zullen springen; en ten tweede zal, wanneer de aanvaller er eindelijk in slaagt eene bres in den muur te maken, de instortende muur met de achtergelegen aarde niet 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 545