554 deld en gesproken hebben, was de verantwoordelijkheid voor hunne woorden en daden geene ijdele fictie; als inzet gold dikwijls hun hoofd, en velen hebben er hunnen inzet bij gelaten. Wat zij in het onderzoek, in de enquête hebben aangebracht, zijn niet oude herinneringen, gewijzigd door den tijd, door den wisse lenden loop van de menschelijke dingen, vervalscht door willekeurige of onwillekeurige ontrouw van het geheugen het is de onmid dellijke indruk van de feiten, het is de levende voorstelling van de tooneelen, waarvan het beeld, om zoo te zeggen, nog voor hunne oogen is, en die voor velen hunner niet alleen pas een schouwspel zijn geweest, maar de handeling zelve, waarvan zij de acteurs waren. Alzoo hebben zijieder voor zichgetuigenissen afgelegdwaar van het geheel, ondanks het verschil van stelling en van oorsprong, de meest verbazende eenstemmigheid vertoont. De schrijver heeft in vroegere werken aangetoondhoe een leger gevormd wordt en hoe het te niet gaat (in zijne Histoire de lou- vois en in Ie comte de Gisors)door de latere onderzoekingen is hij bevestigd geworden in de overtuiging, gegrond op ondervinding, dat, zelfs in den verdedigingsoorlog, niets zooveel waard is als een geregeld staand leger en dat niets dit kan aanvullen. Zoo spreekt Eousset in de Voorrede van zijn boek. Aan zijne waarheidsliefde en goede trouw zal niemand twijfelen. Hij stapelt getuigenissen opeen, zonder ze af te wisselen door preeken of doctri naire zedeleer. Zeer zeker zijn de pleitbezorgers van de volkswa pening verplicht hem te beantwoorden. Zwijgen zijzoo is hunne zaak verloren. Het is echter mooglijk, dat Eousset ter goede trouw eenzijdig is geweest. Althaus, hij wist zich vroeger daarvan niet altijd vrij te houden. Velen kennen zijn boek Ie comte de Gisors. Hij zegt daarmede te hebben willen aanwijzen, hoe een leger te niet gaat. Dit is te bescheiden. Hij heeft zelfs aangetoondhoe eene maatschappij te gronde gaat. Als eene Pompadour den boven toon voert, als de schatkist afhangt van de nukken van een geld schieter, als een bekwaam en eerlijk overwinnaar, gelijk d'Estrées vervangen wordt door den ijdelenonbekwamen en veilen Eichelieu die van den vijand geld aannam, is het niet alleen het leger, dat met ondergang bedreigd wordt. Maar aan den anderen kant schijnt het mij toe, dat de heer Eousset, gelijk bijna alle levensbeschrijvers, zijnen held te schoon heeft voorgesteld. Deze wordt onder zijne handen een jongeling, even lief als Jozef, de zoon Jakobs.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 561