556 in het geheel niet georganiseerd. Onder de te talrijke onderteeke naars, wier spoedig uitgedoofde geestdrift hen niet meer drong hunne handteekening eer aan te doen, waren nog de eerlijksten zij, die zich deden vervangen tegen betaling. Enkele bataljons hadden het gelukkige denkbeeld, hunne officieren en onderofficieren uit de vroegere n provinciale troepen'te nemen; deze, voorzien van goede kaders, behoorlijk aangevoerd, waren de genen, die de beste diensten bewezen, maar bij de meeste bataljons werden de stemmen van de kiezers gewonnen of op een dwaalspoor geleid door kuiperij, heerschzuchtcamaraderiebluf en vooral door de geijkte revolutionaire termen van dien' tijdzoodat er noch tucht, noch onderricht, noch degelijkheid gevonden werd bij die korpsen, wier slecht gedrag, onder onwaardige aanvoerders, de billijke straf was voor verkiezingen, die de voorkomende of bedrogen kiezers de zwakheid gehad hadden te doen of te laten doen. Een oorlogscommissaris, Prieur, een voorzichtig, bezadigd, be scheiden man, wiens taal nog de zachte vormen van het ancien ré gime haddie zijn getuigenis te treffender makenschreef omtrent drie Parijsche bataljons//De uitdeelingen van brandhout en stroo hebben mij een onbeschrijflijk verdriet gegeven, evenals de levens middelen, die ik hun in overvloed verstrekt heb, waarmede ik te meer moeite gehad heb, omdat ieder hen vreesde en niets te doen wilde hebben met deze heeren"//Sinds hunne kampeering is er slechts een klein oproer geweest tusscheu een kapitein en zijne grenadiers en eenige andere ellendige gevalletjes van insubordinatie, maar ik heb alles gesust en tot orde doen terugkeeren; wel is waar niet zoo als ik zou wenschenmaar met tijd en geduld hoop ik, dat alles zich schikken zal" (23 Aug. 1791). Den 8sten September schreef Dumouriez aan den minister, dat de lichting slecht ging en dat men voor dat jaar niet moest rekenen op haar welslagen. Te Versailles moest het eerste bataljon van Seine-et-Oise den 4den October de revue passeerenmaar men moest haar uitstellen, omdat een groot getal vrijwilligers hun ontslag genomen hadden, en de kompagniën hierdoor veel te zwak warem Den 7den October schreef de generaal Lamoriière: //ik heb gisteren mijn eerste revue gehouden over het bataljon van Allier; ik heb het onvoltallig bevonden; sommigen hadden noch den leeftijd, noch de lengte, noch de noodige kracht om de wapenen te dragen. Ten hoogste is de helft van de vrijwilligers gekleed; de aannemers, belast met de levering van het laken en van de uitrusting, wachten nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 563