563
daar te worden georganiseerd. Er is hier geen sprake meer van die
bataljons, waarvan de bestanddeeleneen gemeenschappelijken oor
sprong hebbendeden naam van deze of gene provincie konden voe
ren met lieden van allerlei afk omst kon men slechts anonieme
korpsen hebben: bataljons van gefedereerden.
De Parijzenaars hadden echter de overhand; de drie eerste geor
ganiseerde' bataljons waren bijna geheel uit zonen van de hoofdstad
saamgesteld, klein, armoedig, van een treurig lichaamsgestel en
buiten staat de vermoeienissen van een veldtocht te verduren. Zij
kwamen bijna naakt aan.' Men moest vele kleedingstukken verma
ken naar hunne geringe lengte. Daarbij waren zij buitèngewoon
woelig en veeleischendzij weigerden het kommiesbrood en verlang
den wittebrood; het andere zeiden zij werd hun slechts ge
geven om hen naar het hospitaal te zenden. Het was het voorspel
van den beruchten kreet: //Wij zijn verraden!'"
De generaal-majoor Duhoux schreef den 21st™ Aug. 1792 aan
Servan, die door de Wetgevende Vergadering in het ministerie van
van oorlog was teruggeroepen: //Zes honderd man zijn mij zoo even
komen zeggen,: «Wij willen niet kampeeren, wij willen geen rijst,
wij willen geen kommiesbrood, wij willen een frank per dag, of
anders dienen wij niet." In het algemeenMijnheerhet zijn
Eranschende aard is goedmaar de gemakkelijkheid van de ver
bintenissen heeft er menscheu onder gevoegdweinig gewend aan de
gehoorzaamheid en aan de tucht, die de dienst vereischt. Geene
gehoorzaamheid, geen kommandant; vrijwilligers kunnen nooit vrij
willig aan de inzichten van de natie beantwoordentenzij zij aan
gevoerd worden door een waar patriot. Een zeer groot bezwaar,
generaal! is, dat men van deze nieuw gevormde bataljons de kleine
en zwakke soort mannen niet kan afscheiden, die men er in opge
nomen heeft, zij steunen mekaar, en ik vergelijk hen bij een zwerm
vliegen. Zij verlangen gezamenlijk op te rukken en niet uiteen te
gaan; ik ben verplicht hen te doen vertrekken, zoo als zij zijn."
Deze generaal Duhoux was toch in het geheel niet kwaadwillig
gestemd jegens de gefedereerden. Niettemin omringde hem den 4cleu
September, op oogenblik, waarop hij de bataljons te Eeims inspec
teerde, een hoop muiters, wapens eischende en hem beschuldigende
hen ter slachtbank te leiden en te verraden. Hij verloor het hoofd
en vluchtte naar den maarschalk Liickner, te Chalons. Te gelijk
hielden de gefedereerden in de legerplaats te Soissons het meel aan,
dat voor de Noorder-armee bestemd was.