574
drevenbijna niemand is tevreden over zijn toestanden zoo de
vaderlandsliefde alles gelijk maakt op een dag van een veldslag, is
is zij een voedsel der hartstochten te meer voor de uitzonderingen
van den volgenden dag,"
//De zaken kunnen niet blijven gelijk zij zijnen als men ze zoo
laat, zullen wij geen leger meer hebben en onze vijanden zullen
overwinnen zonder inspanning. Hebt gij reeds vergeten, wat ik u
gezegd heb, dat wij binnen eene maand overmijdelijk 300000 man
moeten oproepen? Die oproeping kan niet plaats hebben zonder
conscriptie van al cle burgersbehoudens de bevoegdheid zich te doen
vervangen. Ik acht eiken anderen maatregel eene zinsbegoocheling."
//Gij wilt het linie-leger behouden, en ik zeg, dat gij het doodt.''
Dubois-Crancé doodde de vrijwilligers; de requisitie van de
300000 man begroef hen.
Den 24sten Februari 1793 nam de Conventie het volgende be
sluit: //Alle Fransche staatsburgers van achttien tot veertig jaren
niet gehuwd of wgduwenaars zonder kinderen, kunnen voortdurend
worden opgeroepen, tot dat de nieuwe lichting van 300000 man
voltallig is. Ingeval de vrijwillige inschrijving het getal mannen,
voor elke gemeente vastgesteld, niet opbrengt, zullen de burgers
gehouden zijn het dadelijk aan te vullen, en daartoe zullen zij de
manier volgen, die, bij meerderheid van stemmen, hun de geschikt
ste toeschijnt. De burgers, die zich bij vorige lichtingen hebben
doen vervangen, zullen met de andere burgers tot de tegenwoordige
lichting bijdragen."
Als eene concessie aan het gevoelen van Barère en de zijnen ble
ven de korpsen voorloopig geoïganiseerdgelijk zij waren. De
hervatting van de vijandelijkheden scheen bovendien zoo nabijdat
de tijd tot uitvoering van zulk een gewichtigen maatregel als de
inlijving ontbrak. Men was eenparig overeengekomendat hij eerst
na den veldtocht van 1793 zou plaats hebben, maar het beginsel
van de vereeniging was onherroepelijk besloten.
Nog tien maanden zal men de oude vrijwilligers zien optreden
naast de nieuwe opgeroepenen rëquisitionnaires
Den 18ien Maart schreven vier afgevaardigden der Conventie bij
het leger: //Wij hadden ons voorgenomen uwe aandacht te bepalen
bij een ander onderwerp, de desertie van de vrijwilligers, die hunne
haardsteden opzoeken, en waarmede wij de wegen dikwijls bezaaid
zagen."
Denzelfden dag schrijft Beuruonville//Het weinige vertrouwen,