579 //Zoo men u zegt, dat het leger georganiseerd isbedriegt men u zoo men u zegt, dat de 300,000 opgeroepen mannen zich naar hunne posten begeven hebbenbedriegt men u ookwant het is bewezen dat er slechts de helft van in de legers bestaat, en onder dit getal is slechts een derde in staat om dienst te doen. De een is aangetast door ongeneeslijke' ziekten, de ander is onnoozel, weder anderen zijn éénoogiggebocheldkreupel. De een is te oud, de ander te jong en te zwak 0111 de vermoeienissen van den oorlog te doorstaan (en hiertoe behoort niet het kleinste getal); weder anderen eindelijk zijn zoo klein, dat het geweer een voet boven hun hoofd uitsteekt. //Dat zijn, burger-voorzitter! de mannen, waarop men zich ver laat voor het behoud van de Eepubliek, en waarom? Omdat de administratieve lichamenten einde hun contingent te leverenin de steden alles hebben opgeraapt, wat zij hebben kunnen vinden, alle slechte sujetten van de hoeken der stratenalle rondloopersen op het platteland heeft men alle ongelukkigenalle vagebonden bij eengebracht, eindelijk alles, wat de zoete rust kon storen. Men heeft bijna alles doen oprukken of bij loting of door geld. Dat zijn de mannendie brave soldaten vervangen hebben. Men heeft, geloof ikgemeend door dit middei Frankrijk te zuiverenmaar met zulke lieden kan men den vijand niet verdrijven." //Een ander niet minder kostbaar misbruik en dat de grootste aandacht verdientis het bestaan van verschillende korpsendie zich zeiven geschapen hebben, zeer goed voltallig in officierenmaar die geen soldaten hebben. Ik heb laatst aan het Comité voor Al gemeen Welzijn een staat gezonden, die bewijst, wat ik daareven heb aangevoerd; ik heb er in opgeteekend, dat vijf Belgische of Luiksche bataljons saamgesteld zijn uit 319 officieren en onderoffi cieren die gezamenlijk slechts 342 fuseliers hebben te commandeeren. Men heeft zelfs niet vergeten een kolonel en (twee luitenant-kolonels bij elk bataljon te boemenin één woorder ontbreekt geen enkel officier en evenmin vrouwen, want zij hebben er allen, ten minste ieder ééne. De oudsten bij deze korpsen hebben ten hoogste twee jaren dienst; daarbij bestaat een gedeelte der officieren uit deserteurs van onze troepen. Welnu, al deze individuen hebben ontzettend hooge traktementen, terwijl Franschen, na twintig of dertig jaren dienst, met moeite den rang van tweede-luitenant bereiken. //Er zijn ook schreeuwende misbruiken in de uitdeeling van de generaals-rangen onder zekere individuen, die slechts bekend zijn door hun slecht gedragvagebondenzonder talentengeschandvlekt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 586