586
hebben, maai- konden de officieren, die hen aanvoerden, die zeiven
aanmoediging noodig haddeneenigen goeden dunk van zich doen
opvatten en hnnnen soldaten eene dapperheid en eene vastberaden
heid mededeelendie zij wel verre waren zeiven te hebbendaar
velen hunne epauletten in den zak staken om bij de vlucht niet
als officieren te worden herkend? Wij hebben bijna twee honderd
mannen verloren aan dooden en gevangenenen een honderdtal gekwet
sten."
En hij voegt er in een postscriptum in vollen ernst bij Men
heeft mij verzekerddat de vijandin weerwil van onze vlucht
zijn verlies schatte op elfhonderd man.
Is dit onverwacht postscriptum niet in den hoogsten graad ko
miek?
Ik zoude dit getuigenis nog kunnen vermeerderen met dat van
den generaal Scherer, van Dubois-Crance en anderen, maar het
bovenstaande zij genoeg om de geestdrift te doen bekoelen voor de
vaderlandsliefde, de burgerdeugd en de heldenfeiten van de Eran-
sche volkswapening in 1792 en 1793 en om hen tot nadere bepein
zing van hunne meening te brengendie onvoorwaardelijk alle
staande legers willen afgeschaft zien.
Den 8deQ Januari 1791 werd besloten tot onmiddellijke inlijving
van de réqidsitionnaires bij de linie-troepeu. Sinds die dagteeke-
ning is er van op zich zeiven staande bataljons vrijwilligers geen
sprake meer.
Den 26sten Juni behaalde Jourdan eene schitterende overwinning
op de Oostenrijkers bij Fleurus en bewerkte daardoor hunne ont
ruiming van België. Zoo was de oude eereschakel, die militaire
overlevering weder hersteld. Korpsen, die onder den maarschalk van
Luxemburg bij Eleurus hadden overwonnen, overwonnen bij Eleurus
onder Jourdan en behaalden voor Eleurus, te Ligny, de laatste
overwinning van het eerste Keizerrijk.
Menig lezer zal verbaasd staandat hij eerst nu wordt ingewijd
in de geheimen der geschiedenis van 17S2 en dat hem zoo laat de
schillen van de oogen vallen. Ik herhaal, wat ik in den aanvang
zeide, ik acht het pleit van staand leger en volkswapening door
Kousset nog niet beslist, maar niemand zal ontkennen, dat hij ge
tuigenissen van «kneuzend gewicht" in het debat heeft gebracht.
En wat onze onbekendheid met de geschiedenis van de Eransche
omwenteling betreft, wensch ik te eindigen met de waarschuwing
van Sainte-Beuve. Deze koelzinnige criticus zegt omtrent Jomini's