594
De soldaat heeft geene hoogere verplichting dan die welke de eed
aan den Koning hem oplegt. Een legerdat niet in zekeren
zin uit huurbendenmaar uit de élite van de natie bestaat en
op het autoriteitsbeginsel steunt, dat niet tegenover de burgerij
wordt gesteld maar daaruit is voortgekomenis de krachtigste be
schermer des lands; het is de ballast, welke het vaartuig in de
gelegenheid stelt, aan woedende stormen het hoofd te bieden. Van
daar tot de zoo schadelijke grondregelen, welke in Frankrijk gang
baar zijn sedert het land door zoovele omwentelingen geteisterd is,
is een wijde klove. Wat hooren wijFranschenbij elke gelegenheid?
//Ik dien niet een persoonmaar mijn vaderland"; en deze spreek
wijze, waardoor men de persoonlijke waardigheid meent te verheffen,
is inderdaad een vrijbrief voor ontrouw, scepticisme en meineed. In
iedere monarchie is de souverein het opperhoofd des legers; elk, die
ouder het vaandel staat, dient hem en is hem gehoorzaamheid en
trouw verschuldigdwant hij vertegenwoordigt het gansche volk.
Zonder dit beginsel is er noch discipline, noch ondergeschiktheid,
noch veiligheid voor de maatschappij. Montesquieu zegt te recht,
dat eerst de menschen de instellingen maaktenen zich vervolgens
naar dezen regelden. Niets is dan ook belangwekkender dan het
onderzoek, welken invloed wijze wetten, wanneer zij getrouw opge
volgd wordenop het lot der volkeren hebben uitgeoefenden het
beste middel om tot zoodanig onderzoek te geraken bestaat daarin,
dat men de geest der wetten navorscht, door welke een klein volk
groot geworden is."
Het is licht mogelijk, dat deze woorden van Napoleon in eenig
tijdschrift of dagblad, dat ons onbekend bleef, zijn overgenomen-
Wij troffen ze echter nergens aan en meenden dusdaar zulks met velen
onzer kameraden voorzeker eveneens het geval was, hun een dienst te
doen door den redacteur te verzoeken, ze in dit tijdschrift te herhalen.
Ik voeg daarbij nog het volgende
Er is in den laatsten tijd veel geschreven over de uitstekende orga
nisatie en over de doelmatige instellingen, waaraan het Pruisische
leger in de laatste oorlogen zijne zegepralen verschuldigd is. Alle
schrijvers zijn het met Napoleon eens, dat het centralisatiestelsel
in Frankrijk eene der voornaamste oorzaken is geweest van de aan
houdende rampspoeden van het vroeger zoo geduchte Fransche leger,
terwijl daarentegen het in Pruisen aangenomen beginsel, om de or
ganisatie te baseeren op de zelfstandigheid van de chefs, door allen
geprezen wordt.