53
De verdeeling van dit leger doet ons zien, dat Daendels begreep,
dat de verdediging van Java, de voornaamste der ons nog overblij
vende koloniën, van liet meeste belang was, en dat hij, de onmo
gelijkheid inziende om alles te verdedigen, de meeste buitenbezittingen
aan haar lot overliet.
Niettegenstaande hij voor de buitenbezittingen alzoo slechts eeue
zeer kleine macht afzonderdehield hij toch nog maar weinig voor
Java overen hij moest dus trachten al zijne troepen zooveel mo
gelijk bij elkander op te stellen in eene versterkte positie, overtuigd
dat de vijand, wilde hij zonder zich aan lange marschen met de
daaraan verbonden moeielijkheden en gevaren blootstellen spoedig
eene beslissing verkrijgen, wederkeerig genoodzaakt zou zijn te lan
den in de nabijheid van de plaats, waar de verdediger positie geno
men had en hij hem slag leveren kon.
Ongelukkig was Daendels zeer beperkt in zijne keuze, daar zijn
eenig betaalmiddel, papieren geld, in de binnenlanden van Java niet
gangbaar wasen alleen op Batavia eenige waarde behouden had.
Hij was daardoor en ten einde in het onderhoud zijner troepen te
voorzien, genoodzaakt eene stelling in de nabijheid van Batavia te
kiezen en zulks waarschijnlijk te meer, omdat, hoewel nagenoeg
geueel Java toen reeds ons oppergezag erkende, dat gezag toch niet
als over het geheele eiland gevestigd kon worden beschouwden
omdat door gebrekkige communicatie, en door tegenwerking van in-
landsche hoofden, nergens elders die ressources voor het voeren van
den oorlog te vinden waren, welke Batavia toen alleen opleverde.
"VS at echter het plan van de verdediging van Daendels geweest
is, is niet met zekerheid te bepalen, daar hij niet zeer mededeelzaam
was, en wellicht geen enkel officier van het leger nauwkeurig zijne
bedoelingen heett gekend. Wij zullen dus dit plan uit zijne bevelen
moeteu opmaken, en ontwaren dan, dat het niet dadelijk geheel
gevestigd was, doch langzamerhand tot ontwikkeling kwam.
Het aanvankelijk denkbeeld was, eene versterkte stelling in de
nabijheid van Batavia, welke dienen moest om een terugtocht van
eerstgenoemde plaats naar Buitenzorg te dekken. Hij koos daartoe
een terrein, gelegen rondom het fort te Meester-Cornelis, welke
sterkte ongeveer een halve eeuw vroeger aangelegd was, om de be
volking in de ommelanden van Batavia in bedwang te houden, en
verder diende tot reconvalescenten-gesticht van zieke krijgslieden.
Dit terrein, op de bijgevoegde schets voorgesteld, was gelegen
tusschen de groote rivier Tjiliwong en een gegraven kanaal, de