603 geschat. Deze bevolking bestaat uit Alfoerenen wel uit twee, in zeden en gebruiken aanmerkelijk verschillende,.takken van dezen stam; de eene woont ten westen van Elpapoetic, de andere oostwaarts. Bij de eersten (Oeli Sewa), een ruw en woest volk, is de ge woonte van koppensnellen nog in volle kracht. Onder hen bestaat een geheim genootschap; het "Kakianverbond" volgens sommigen in de vorige eeuw, ten tijde der Hongietochten opgericht, met het doel om de Nederlandsche macht op Ceram te ver nietigen, volgens anderen dienende tot verdediging van de macht en de belangen der Oeli-Sewa tegen hunne oostelijke naburen. Deze, Oeli-Lima genaamd, zijn veel minder ruw dan de andere Alfoeren; het koppensnellen is bij hen o. a. slechts in zooverre in zwang, dat zij alleen de in den oorlog gemaakte krijgsgevangenen onmiddellijk onthoofden. Voorts verdient nog de aandacht een op Ceram bestaand verbond, <m- naamd Bepela-genootschapten doel hebbende, om elkander onderling te steunen tegen stamgenootenwier macht langzamerhand te groot mocht worden. Overigens is van dat genootschap weinig of niets met zekerheid bekend; wel waarschijnlijk heeft het echter ook ten doel elkaar te ondersteunen in het bewaren der onafhankelijkheid van de zoo°-e- ■naamde hompagnieeene benaming, waarmede het Nederlandsche gezag ook' thans nog in die streken steeds wordt aangeduid. Hierboven werd reeds met een enkel woord gezegd dat de Mo- lukkendie vroeger zulk eene rijke bron waren voor het moederland, met ieder jaar niet alleen minder inkomsten afwierpen, maar zelfs sedert lang een lastpost waren. Vrij natuurlijk dus wat het, dat men in dien toestand verandering zocht te brengen. Een eerste stap op dien weg was de opheffing der gedwongen nagelcultuur, welke jaarlijks al meer en meer verlies aan den lande berokkende. Instede daarvan werd nu eene hoofdelijke belasting ingevoerd. Ten einde de bevolking in staat te stellen, die belasting behoorlijk te betalen en over het geheel tevens meer wedvaart te verspreiden kwam men op het denkbeeld nieuwe cultures in te voeren. Geen' der specerijeilanden bleek echter, tengevolge der berg- en rotsachtige gesteldheid van den bodem, geschikt te zijn voor het aanleggen van sawahvelden. De in dien geest nabij Hila (eiland Amboina) genomen Men zie omtrent die Hongietochten het bekende werk van Valentijn, dat uit voerige mededeelingen bevat omtrent de op die tochten gepleegde gruwelen, en waar- uit blijkt, dat deze tochten hoofdzakelijk het [verwoesten der specerijaanplanten ten - doel hadden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 610