604 proeven mislukten geheel. Men sloeg toen het oog op Ceram. Ook daar leverden de proevenom rijstvelden aan te leggenweinig resultaat op, niettegenstaande er van Java de noodige ketting- gangers waren heengezonden, ten einde de bevolking met die cultuur bekend te maken. Zoo bleven de zaken eenige jaren hangende toen men in den kakaoboom een nieuw hulpmiddel dacht gevonden te hebben. Aanplantingen toch op kleine schaal van jeenige parti culieren hadden aanvankelijk zeer goede resultaten opgeleverd. Vooral op Ceram scheen de bodem uiterst geschikt voor deze cultuur. Het is dan ook waarschijnlijk deze omstandigheid geweest, die, gevoegd bij de schijnbaar zoo algemeene vruchtbaarheid van Ceram, de oogen meer en meer op dat eiland deed vestigen en eindelijk tengevolge had, dat het gouvernement in 1865 tot eenereorganisatie en uitbreiding van het bestuur overging, waardoor het meer onder ons direct gezag zou worden gebracht. Een en ander kwam de bevolking ter oore,' nog vóór dat de reor ganisatie ten uitvoer was gelegd. De in het binnenland wonende Alfoerendie zeer gehecht zijn aan hun geboortegronden steeds nog tengevolge der door onze voorvaderen gedurende de hongietochten gepleegde gruwelen een diepen haat koesterden tegen ons gezag, waren door de leugenachtige mededeelingendat ook zij nu naar het strand zouden moeten verhuizen, ten einde kompagniesdienst te ver richten gemakkelijk door eenige kwaadwilligen op te ruien. De aan het strand wonende bevolking, die, hoewel schijnbaar meer aan ons gehecht, even ongaarne 'in nauwere aanraking met het bestuur wenschte te komen, was mede weinig ingenomen inet de nieuwe bestuursplannen. Ook zij zagen daarin slechts eene hernieuwing der lasten, die zoozeer op huune voorvaderen hadden gedrukt. In dat denkbeeld werden zij behendig versterkt door inblazingen van hunne regenten en van de hoofden van omliggende eilanden, die wel begrepen, dat na de organisatie vele der ongeoorloofde in komsten, die zij van het eiland Ceram trokken, zouden ophouden. De strand- en bergbewoners, die vroeger, zoo al niet in de wer kelijkheid, dan in schijn vijandig tegenover elkaar hadden gestaan, begonnen derhalve hier door vreesen daar door goede woorden geleidde handen ineen te slaan tegen ons gezag. Vooral de strand bewoners waren daartoe nog des te gemakkelijker over te halen doordien de nieuwe aanplanten, waarónder ook de kakao, waarvan hun gouden bergen in de toekomst waren voorgespiegeld, bleken, nimmer te zullen slagen. Ceram's grond toch bleek bij ander onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 611