berg-Alf°eren werd verwacht en dat de kommandant van het detache ment om versterking verzocht. Uit al die mededeelingen putte de Gouverneur der Moluksche eilanden de overtuiging, dat de opstand meer en meer een dreigend aanzien kreeg. Hij besloot daarop de reis met //Het Metalen Kruis" in persoon mede te maken. Ten einde intusschen zooveel mogelijk het bewijs te leveren, dat de opstand in de oogen van het gouvernement van geringe betee- kenis was, verzocht hij den kommandant van het bovenbedoelde' stoomschip, nergens de vlag, die het bij de bevolking bekende teeken was, dat hij zich aan boord bevond, te hijschen. In den avond van den 5den October lichtte //Het Metalen Kruis" het anker. Den volgenden morgen ter hoogte van Ceram's kust gekomen, kwam de assistent-resident van Hila aan boord en bracht het bericht, dat er sedert zijn laatste schrijven niets naders omtrent Piroe en de andere in die baai gelegen doesons was vernomen; alleen deelde hij mede, dat zich aan het strand berg-Alfoeren vertoonden en dat twee personen van het nabij gelegen eiland Saparoea, die te Etti sago kloptenvermoord waren. Die assistent-resident gaf wijders nog kennis, dat hij kort geleden de scholen të Piroe, Etti en Taroeno had bezocht, en alles in behoorlijke orde en rust had gevonden. Het vermoorden der Saparoeërs was nog geen afdoend bewijs voor het uitbreken van den opstand. Meermalen toch deden de Alfoeren datwanneer zij eenige reden tot ontevredenheid hadden tegen de Uliassersdie niet immer - te goeder trouw handelden in kleine handelszaken met de minder dan zij ontwikkelde bewoners van Ceram. Meerdere zekerheid omtrent de oorzaken en den omvang van den ontevreden geest op Ceram gaf dat bericht dus nog niet. Met den assistent-resident werd daarom afgesprokendat deze zich inmiddels op eigen gelegenheid naar Piroe zou begeven, ten einde de bevolking gerust te stellen en de bestaande grieven te onderzoeken. Van den uitslag zijner zending zou hij bericht komen geven aan den gouverneur, die inmiddels met //Het Metalen Kruis'' naar de bocht van Piroe zou stevenen. Het veiligste punt in die bocht is nabij Kaibobo gelegen. Tegen den middag viel het ankernabij die plaats. Aan het strand was niets bijzonders te bespeuren; intusschen trok het de aandacht, dat er gèen vlag werd geheschen en de regent, zoo als in die streken immer gebruikelijk is, niet aan boord kwam. 606

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 613