617 Een vuurgevecht, bij welke gelegenheid o. a. een Europ. fuselier ernstig gewoond raakte, was daarvan het gevolg. Op het hooren van dit vuur werd onmiddellijk nog eene verster king derwaarts gezondennauwelijks was die versterking op het bedreigde punt aangekomen of de vijand trok met overhaasting terug in de bosschen. Latal werd vervolgens ongestoord bereikt en in den asch gelegd. Kort nadat deze patrouille te Kaibobo was teruggekeerdkwam aldaar ook de Gouverneur van zijne reis langs Ceram's Koordkust terug. Hij had bij die reis geziendat al de aan zee gelegen kampongs der afdeeling Hila door de bevolking verlaten waren, en wijders de overtuiging erlangd, dat de opstand meer en meer algemeen was en een dreigend karakter begon' aan te nemen. Onze in de nabijheid van Kaibobo uitgezonden patrouilles werden steeds nog bij den terugkeer tot in het gezicht der kampong vervolgd. Ten einde daar aan een einde te makenrukte den 24™ met uitzondering eener kleine bezetting, die te Kaibobo achterbleef, de geheele macht, ver sterkt met nog een 50-tal schepelingen van //Het Metalen Kruis", het binnenland in. Op dien tochtdie betrekkelijk veer landwaarts in werd uitgestrekt, bespeurde men niets van den vijand en rees dus het vermoeden dat dezebemerkende hoe hij rusteloos opgespoord en achtervolgd werd, zich meer oostwaarts had teruggetrokken. Dat vermoeden veranderde in zekerheid, toen de bevolking van Waisamoe en Kairatoe een, den 27en afgevaardigden, zendeling van het gouvernement belette om aan wal te komenentoen deze zendeling daaraan niet goedwillig gehoor wilde gevenop hem begon te schieten. Het brandpunt van den opstand had zich dus blijkbaar meer naar het oostelijke deel van het eiland verplaatst, waardoor het noodig werd, ook voor de troepen eene andere operatie-basis te kiezen. Het oog viel daarom op Kairatoe, dat onder de gegeven omstandigheden zoowel tactisch als strategisch beter gelegen was dan Kaibobo. Immers die kampong werd nier even als Kaibobo beheerscht door het omliggend terreinzij had daarenboven overvloed van drinkwater en was gelegen aan den mond der Biwappa-rivier, die bij vloed be vaarbaar het ontschepen van alle benoodigdheden gemakkelijk maakte. Bovendien leidden vele voetpaden uit het binnenland naar Kairatoe. Om echter, van deze verplaatsing der troepen de gewenschte resul taten te verkrijgen, was eene vermeerdering van troepenmacht hoog noodig, dewijl zonder dat niet kon gedacht worden aan het maken van excursiën naar het binnenland, den zetel van den opstand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 624