623 haalde malen slaags geweest met de opstandelingendie rondom Noe- niali en Kairatoe zwierven; steeds hadden onze wapens bij al die ontmoetingen, ware het nu en dan ook al ten koste van eenige offersgezegevierd. De vijand was daardoor steeds meer en meer ontmoedigd en land waarts ingetrokken, terwijl de strijdlust onzer soldaten met den,dag hooger en hooger steeg. Een blijmoedige kreet ging er. dan ook onder hen op, toen zij vernamen, dat eindelijk het oogenblik daar was, waarop de achter volging des vijands in het binnenland een aanvang zou nemen. Tot recht begrip der zaak zullen wij eerst de zuider-, en daarna de noorder-kolonne in al hare bewegingen volgen. Yooraf' echter nog een enkel woord tot toelichting voor hendie het geluk hadden deze expeditie mede te maken. De meesten hunner hebben waarschijn lijk dit verhaal van de expeditie tot hiertoe doorgebladerd, en zien nu met eenige belangstelling den verderen loop, al is die hun ook bekend, te gemoet. Die belangstelling spruit bij hen uit het recht matig verlangen voort om hunne flinke handelingen bij name ge noemd te zienmet voordacht hebben wij dat echter vermeden en zullen wij dien regel blijven volgen, eerstens, dewijl het niet wel moge lijk is om de verschillende verrichtingen, die van moed, beleid en trouw getuigdenafzonderlijk te releveerenen in de tweede plaats omdat wij dan ook genoodzaakt zouden zijn ook de begane feilen en verzuimen van anderen aan het licht te brengen. Vooral dat laatste zouzoolang deze korte expeditie, waarbij veel op te merken viel, nog niet tot het geheel verledene behoort, aanleiding kunnen geven tot rechtmatige bezwaren van hendie uit onervarenheid in het oorlogsleven, dan wel tengevolge van minder goede en duidelijke bevelenfeilen hebben begaan. Wij hebben ons dus, zonder een enkele naam te noemen, bepaald tot eene eenvoudige beschrijving van den loop der gebeurtenissen en zullen dien regel verder volgenhet aan den lezer overlatende, de verschillende handelingen te critiseeren. In den morgen van den 12den, omstreeks 5YS uur, stelde de zuider-kolonnewaarvan de sterkte hiervoren is opgegeven te bestaan uit 9 officieren en 166 Europesche en inlandsche soldatenzich met de noodige voorzorgs-maatregelen in beweging. De marsch werd dien dag over kleine heuvels onafgebroken noord waarts voortgezet. Ten einde onaangenaamheden met de bevolking van Oerouw, de eerste bivouacplaatsen onze hulptroepen te voorko men, werd, toen de kolonne-kommandant daar aankwam en bevond

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 630