629 Eene in die richting uitgezonden sterke patrouille bracht liet bericht mede, dat die schoten vermoedelijk gevallen waren uit een 4-tal huizendie een paar honderd passen voorwaarts gelegen waren. De aanvoerder had ze in brand laten steken, hetgeen het voordeel opleverde, dat het voorgelegen terrein gedurende een paar uren goed verlicht was. Vijanden had hij niet gezienniettemin waren de gevallen schoten voldoende om onze officieren in spanning te houden. De nacht ging rustig voorbij, alleen had nog de ach terhoede veel te lijden van hoornen, dië door den vijand ter halver hoogte voor een gedeelte waren doorgekapt, en waarvan sommigen, door den wind in beweging gebracht, met donderend geweld neer vielen. Bij het neerstorten van een dier boomen werden eenige Tematanen ernstig verwond. Bij het krieken van den dageraad zag men aan den voet des heuvels, die aan deze zijde wel den naam van berg verdiende, een breede rivier. De marsch werd daarop weder vervolgd. Nadat de kolonne deze rivier, die gelijk al de tot dus verre gepasseerden gemakkelijk doorwaad kon worden, was overgetrokken, ontwaarde de voorhoede, na, al klimmende, nog ongeveer een half uur gaans afgelegd te hebben, plotseling een vrij uitgestrekt plateau aan hare voeten. Dat plateau werd aan de overzijde begrensd door een lage heuvel reeks. Op een der punten van dezen heuvelreeks zag men een groote kampong. Een der dragers van de negorij Waisamoe ver klaarde dat deze kampong het zoo vurig gewenschte Manoesamanoe was. Halverwege dat plateau werd de voorhoede uit het voorliggende struikgewas met een hevig geweervuur begroet. Een vijftal in die richting geworpen granaten deden dat vuur ophouden. Nabij dat struikgewas gekomen, werden een tal van voetpaden ontdekt, die naar boven voerden. Eenige uitgezonden sluippatrouilles brachten na verloop van een half uur het bericht mede, dat de door hen onder zochte paden onbezet waren en zich vermoedelijk concentreerden- in of ten minste nabij de boven gelegen kampong. Tan de kolonne werden daarop twee pelotons afgezonderd. De kommandanten daarvan kregen in last, elk een der rechts en links gelegen voetpaden te volgen, en, boven gekomen, de voorliggende kam pong van die zijde aan te vallen. De hoofd-kolonne zou het breede middenpad, dat blijkbaar diende, om karbouwen van uit de kampong naar het plateau te voeren volgen en in front attaqueeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 636