635 kolonne weder voorwaarts. Tegen 1 uur berichtte de kommandant der voorhoede, dat de spits aan een punt was gekomen, waar het betrekkelijk nauwe défilé, dat tot dusverre gevolgd was, aanmerke lijk breeder werd, en dat de vijand op eenige honderde passen ach terwaarts wederom stelling had genomen. De kolonne-kommandant begaf zich op dat bericht naar de voor hoede, ,ten einde de positie te verkennen. In overleg met den aan voerder van de voorhoede gelastte hij dezen, zich met zijne soldaten zijwaarts onder een overhangend gedeelte der rots op te stellen. Daardoor werd het dubbele voordeel verkregendat die soldaten gedekt waren voor de neergeworpen rotsblokken, en dat zij, hoewel slechts in schuinsche richting, den vijand in de flank konden observeeren en beschieten. Afgescheiden van deze belangrijke voordeelen werd het zoodoende mogelijk, den houwitser in batterij te brengen. Eenige goed aangebrachte kartetsschoten brachten den vijand, die inmiddels, instede van in zijne voordeelige stelling den aanval af te wachten, overmoedig geworden, tot den aanval overging, tot staan. Dat oogenblik benutte de aanvoerder, om den hoofdtroep, die mede vooruit was gerukt, tot den aanval te kommandeeren. De voorhoede, die intusscheu stand had gehouden in hare voordeelige positie, was door het ondoordachte vooruitrukken des vijands tevens in de gele genheid gekomen, hem in de flank aan te vallen. Tegen dat dubbele vuur waren de opstandelingen niet bestand. Fa het lossen van nog een aanzienlijk aantal, schoten verspreidden zij zich naar alle zijden, zonder te denken aan eene verdediging hunner werkelijk sterke positie. De onze namen er derhalve gemakkelijk bezit van. Aan vervolging viel ook hier, uithoofde van de ongunstige terreins gesteldheid niet te denken. Na den afloop van het gevecht bleek het, dat 's vijands schoten beduidende uitwerking hadden gehad, daar een aanzienlijk getal der onzen, waaronder de kolonne-kommandant, buiten gevecht waren ge steld. Daar het inmiddels reeds vrij laat was geworden en het terrein hiertoe eene goede gelegenheid aanbood, werd het bivouac betrokken. Den volgenden morgen rukte de kolonne, die des nachts niet verontrust was, naar Moornatang op. Bij aankomst aldaar werd die negorij, de rijkste en meest bevolkte van geheel west-Ceram, verla ten bevonden. De opsporing en achtervolging des vijands in die richting moest nuwilde men tegelijk met de Zuiderkolonne op het vereenigiugs- punt in het binnenland zijn, worden gestaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 642