Het scheppen van een dergelijken toestand kost echter veel, zeer veel, geld en zal dus voorloopig wel tot de vrome wenschen blijven behooren. Als een bewijs, dat Z. M. de bewezen' daden op prijs stelde, werden, bij Kon. besluiten dd. 13 Sept. 1867 No. 94 en 22 Sept. 1868 No. 3 benoemd tot ridder der 3de klasse van de Militaire Willemsorde de luite nant-kolonel der infanterie J. G. G. H. Streugnaerts en tot ridders der 4c,e klasse van die orde: de lste luitenants der infanterie P. J. Gaberel, A. Verbrugh en W. A. Schmilau; de 1ste luitenant (sedert bevorderd tot kapitein) der artillerie G. S. Nederveen Pieterse: de officieren van gezondheid P. W. A. Beijen en P. S. Pauli; de adjudant-onderofficier der infanterie H. G. Stratemaker; de sergeanten der infanterie A. J. A. Jalink en H. M. Mahne; de sergeant der artillerie A. Launspach de korporaal der infanterie J. de Raadt, en de fuselier J. Hol; terwijl eervol werden vermeld de kapiteins der infanterie C. P. van Casteren en B. J. C. van Eersel de 2dc luitenants der infanterie J. W. D. Pilet en L. H. M. Genet; de korperaal G. A. Roelofs; de kanonnier lste kl. H. Keizer, en de fuseliers A. Studer, J. Looijenga en J. Buter. Yerder werd bij Gouv. besl. van 25 Nov. 1867 No. 18 de inl. korporaal Samin (No. 48390) begiftigd met de zilveren medaille voor jnoed en trouwde bronzen werd uitgereikt aan den inl. fuse lier Roewed (No. 66291), de Amb. ziekenoppasser J Perdinandus No. 48716), de Amb. 2^ luitenant der Saparoeasche schutterij Jj Siegers en den inl. sergeant Sambia (No. 61462)eervolle melding verkregen de inl. infanterist lste kl. Wierojosso (No: 60725), de inl. keursoldaten Saijer (No. 52064) en Wieromorto (No. 41294), de inl. fuseliers Wongsosmito (No. 50979), Soppo (No. 66304), Djolessono (No. 69742), Rakiman (No. 65841)Menak (No. 66296), Nijono (No. 53039) en Sodrono (No. 66313)de inl. kanonnier 2dc kl. Wongsosetiko (No. 71732), en de Amb. korporaal van de Saparoeasche schutterij R. Pietersz. W. H. 643

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 650