71
der voertuigen op geaccidenteerd terrein maakt toch het opstellen
der elementen gevaarlijk. Men kan daarom de glazen met vilt om-
lcleeden; in plaats van de vrije vloeistoffenmet water doortrokken
houtzaagsel gebruiken, en eindelijk de flesschen en glazen met kur
ken stoppen goed sluiten.
Een stroom van 12 elementen, zoodanig ingericht, dat men den
stroom zwakker of sterker kan maken, is voor de militaire telegrafie
voldoende.
De tweede wijze om El. voort te brengen geschiedt door electro-
magneten.
Yan deze, maar eerst van de gronden waarop die werktuigen be
rusten, zullen wij een korte beschrijving trachten te geven.
Oersted, een natuurkundige in Kopenhagen, ontdekte het eerst,
dat een el. stroom invloed uitoefent op de magneetnaald.
Ampère ontwikkelde dat denkbeeld en kwam tot de volgende wet:
Wanneer een draad, waardoor een stroom loopt, onder of boven
eene magneetnaald van het noorden naar het zuiden of van het zui
den naar het noorden wordt geleid, en men stelt, dat een waarnemer
zich liggende in dien draad geplaatst heeft, zoodanig dat de stroom
door zijne voeten in-, en door zijn hoofd uitgaat, en hij altijd het
gezicht op de magneetnaald houdtdan zal de (noordpool der) naald
altijd naar de linkerzijde afwijken.
Op die wet berust de inrichting van den galvanometer een
werktuig om de stroomsterkte te meten die ook, zooals wij zien
zullen, bij de militaire telegrafie gebruikt wordt.
Een galvanometer bestaat uit een raam van rood koper, waarom
een koperdraad is gewonden, met zijde omwonden, ten einde de
omgangen van elkaar te isoleeren. Boven dit raam ligt eene ver
deelde wijzerplaat met twee graadverdeelingen, van links naar rechts
en van recht naar links, van 0° tot 90". Boven die wijzerplaat hangt
een zijden draad, waaraan een astatisch naaldstelsel, d. i. twee naal
den van ongeveer gelijke magnetische kracht, door een koperdraad
verbonden, en met de ongelijknamige polen boven elkander, om de
magnetische werking der aarde te vernietigen. Onder het raam liggen
twee koperstangen, aan den draad, daarom gewonden, verbonden, en
die dienen om daaraan de geleiddraden van den stroom, wiens sterkte
men wil metente verbinden.
Het getal draadwindingen om het raam is grooter of kleiner, naar
mate men meer of min fijne onderzoekingen moet doen.