73
windingen van den koperdraaden van de afmetingen en de qualiteit
van het ijzer.
Na tot zooverre het verband van EL en magnetisme gezien te
hebben, zullen wij zien wat een inductiestroom is, om het tweede
soort werktuigendie electriciteit voortbrengenberustende op electro-
magneten en inductiestroomenvoor de militaire telegrafie van veel
belang, te kunnen beschrijven.
Wanneer een el. lichaam op een niet-electrisch werkt, dan ont
bindt het eerste de onzijdige el. vloeistof van het tweede (niet-elec
trisch beteekent hier, voorzien van onzijdige EL, daar deze in elk
lichaam aanwezig is); het trekt de ongelijknamige EL aan, en stoot
de gelijknamige af. Men zegt nu dat dit tweede lichaam door ver-
Heeling of inductie geëlectriseerd is.
Bij de galvanische EL noemt men geïnduceerde stroom die, welke
opgewekt wordt in geleidende metalen, door den el. stroom of door
sterke magneten.
De overeenkomst van el. stroomen en magneten wordt aangetoond
in de theorie der solenoïden. De beschouwing hierover zou ons te
ver van ons onderwerp afvoeren.
Hier zij kortelijk herinnerd, dat een solenoïde een stelsel van
oneindig kleine gesloten kromme lijnen is, die even groote vlakken
insluitenzoo naast elkander geplaatst, dat er eene vaste lijn bestaat,
die met elk vlak een punt gemeen heeft, in dat punt normaal op
dat vlak staat, en welke lijn, door de twee aangrenzende vlakjes, in
evenlange, oneindig korte stukken verdeeld wordt.
Men vervaardigt zoo'n solenoïde mechanisch, door een met zijde
omwonden koperdraad schroefvormig op te winden, en één uiteinde
door de windingen te steken. Gaat er dan een stroom door den
draad, dan wordt de werking, die de solenoïde in de richting van
de lengteas uitoefent, vernietigd door het doorgestoken einde, door
welk einde de stroom juist op tegenovergestelde wijze gaat, als door
de solenoïde in de richting van de lengteas. De uitwerking van
den stroom is dan gelijk aan de som dier kleine onderling gelijke
cirkelvormige stroomen.
Nu ziet men, dat de werking van magneten op elkander, geheel
overeenkomt met de werking van solenoïden en magneten. Daarom
kan men elke magneet als een solenoïde beschouwen.
Bij niet-magnetische stoffen werken die stroomen naar alle rich
tingen zoodat de resultante nul is. Zijn zij onder de werking van
4