MILITAIR RECHT.
Eeiiige opmerkingen betreffende de critiek van de 2C uitgave
van de Handleiding ten gebruike bij de uitoefening der mili
taire regtspleging enz.door >nr. W. E. van der Hout en
H. J. Prins militair tijdschrift le jaargang af 12).
Niet lang geleden liad de redacteur van dit tijdschrift de beleefd
heid, mij toe te zenden het onlangs daarvan verschenen twaalfde num
mer, ten einde kennis te nemen van eene daarin geleverde critiek
op de tweede uitgave van in hoofde dezes vermelde Handleiding.
Het deed mij werkelijk genoegen dat deze, zooals recensent haar
terecht noemt //omvangrijke arbeid", zoo spoedig na hare verschijning
reeds een beoordeelaar vond, en wel iemand, die zijne critiek aan
zijne kameraden ten beste geeft enkel met het strevenom met de
mededeeling daarvan nuttig te zijnen die zulks niet deed uit lou
tere bedilzucht. Leed doet het mij echterdat ik de opinie van
den schrijver der critiek niet kan deelen wanneer hij zegt: //dat, al
//zijn zijne aanmerkingen allen even juist, zij geene wijziging zullen
//kunnen brengen in de gunstige opinie, waarmede het militair pu-
//bliek sedert lang deze Handleiding heeft vereerd." Tot handhaving
van die gunstige opinieen tevens om het militair publiek af te
brengen van het dwaalspoor, waarop het door de medegedeelde cri
tiek in sommige opzichten zou kunnen worden gebracht, gevoel ik
mij gedrongenzoo niet verplichtde onjuistheden aan te toonen