87 ontslag middels pensioen aan officieren, omtrent wie door eenen raad van onderzoek is geadviseerd, dat zij ter zake van liet hun ten laste gelegde niet middels eenvoudig, d. i. niet eervol ontslag uit het leger behooreu te worden verwijderd, is in het tweede lid van artikel 52 (sedert vervallen en vervangen door eene bijvoeging bij artikel 42) der regeling in bewoordingen omtrent den zin waarvan geen verschil van meening kan bestaan ten overvloede nog het noodige bepaald. Evenbedoelde bijvoeging zie A. O. n°. 75 van 1870 luidt woordelijk //Dit verslag (omtrent de uitspraak van den raad van onderzoek) wordt mede bij vrijspraak vereischt, ter beoordeeling of het belang van de dienst vordert, den betrokken officier eervol uit de dienst te ontslaan, met behoud van aanspraak op pensioen, of met gelijktijdige' toekenning van pensioen." Is door dit voorschrift de weg afgesneden tot de verkeerde inter pretatie, als zoude het advies van een raad van onderzoek, dat de beschuldigde ter zake van hetgeen hem ten laste is gelegd niet uit den dienst moeten worden ontslagen, een beletsel wezen voor het administratief gezag om hem, indien dienstbelang zulks vordert, te pensioneeren, evenzeer en vóór dien is bij de 2e alinea van artikel 33 dezer regeling uitdrukkelijk gestipuleerd, dat de antwoorden van den raad, die als adviezen worden aangemerkt, in zooverre voor dat geza</' verbindend zijndat daarvan door den gouverneur-generaal niet dan ten gunste van den betrokken officier mag worden afgeweken. Wel is waar geschiedt het al dan niet eervol ontslaan van in Nederlandsch-Indië aanwezige officierentot en met den rang van kolonel ingesloten, ingevolge artikel 32, evenals het benoemen en bevorderen dier officieren, door den gouverneur-generaal, den bevel hebber der landmacht gehoord, doch met iuachtname van en volgens de bepalingen van de regeling en der overige ten deze door den Koningdan wel bij de wet vastgestelde of nog vast te stellen voorschriften. Na het advies van eenen raad van onderzoekdat eenig officier niet uit den dienst moet worden ontslagenis mitsdien de gouver neur-generaal niet bevoegd, om dien officier, onaangezien dat advies, toch middels eenvoudig, d. i. niet eervol ontslag uit den dienst te verwijderen, doch alleen om hem, wanneer het belang van den dienst dit vordert, eervol uit den dienst te ontslaan middels pensioen. Ook de kommandant van het leger is in zijne bevoegdheid tot het doen van voordrachten tot het verleenen van al dan niet eervol

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 94