89
toestand zijn geraakt, die hunne verwijdering uit den militairen dienst
noodzakelijk maakt, in verband met het deswege bij artikel 42 be
paalde voor pensioen voor te dragengeeue vrees behoeft te koesteren,
dat tengevolge van zijn gunstig advies een onwaardige in de gelederen
zal blijven.
Het bovenstaande zal naar het ons voorkomt genoegzaam
aantoonen, dat alleszins bevoegdheid bestaat, om wanneer het belang
van den dienst zulks vordert, een officier uit den dienst (middels
pensioen) te verwijderenwaar de raad van onderzoek dit (middels
eenvoudig, d. i. niet eervol ontslag) onnoodig oordeelde.
B. H.