DE DUITSCHE KAVALLERIE FRANKRIJIv en DUITSCHLAND 1870. Dat tegenover de verbeterde vuurwapenen der infanterie de aan wending der lichte even als der zware kavallerie in den oorlog eenige wijziging heeft ondergaan, is eene stelling, die het jaar 1870 ons heeft bewezen. Blijft het beginsel der tactiek ook vaststaan, dat de kavallerie altijd aanvalt, nooit den vijand stilstaande afwacht en alléén de verstrooide vechtwijze enkele oogenblikken van verdediging toelaat, zoo zijn de dienst en de aanwending der kavallerie in den tegen- woordigen tijd toch anders geworden, dan zij in de vorige eeuw waren, en het is zeker, dat de laatste groote oorlog in Europa ons in een nieuw stadium van de tactiek der verbonden wapens heeft verplaatst. Behalve den schok in het gevecht en de vervolging des geslagen vijands, werden aan de duitsche kavallerie in dezen zeer gewichtigen oorlog nog andere zeer belangrijke eischen gesteld. De woorden, door Napoleon III den 2<len September 1870 te Bellevue tot koning Wilhelm I gericht, geven ons hieromtrent ge- wenscht uitsluitsel. Napoleon III zeide n. 1.//De duitsche kavallerie IN DEN OOTtLOG TÜSSCHEN IN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1871 | | pagina 201